Romantiek Geschiedenis van de Wijsbegeerte in Neder land, lil, z.pl. 1992) 79-96; H.P.R. Rosenberg, 'De architectenfamilie Viervant', Bouw, xvm (1963) 1616-1621; C.A. van Swigchem, Abraham van der Hart 1747-1820. Ar chitect. Stadsbouwmeester van Amsterdam (Publikaties van de Gemeentelijke Archiefdienst van Amsterdam 'Stichting K.J. Duyvisfonds' nr. 6; Amsterdam 1965); E. Wiersum, 'De architect Jan Giudici, 1746-1819', Rotterdams Jaarboekje, 4e reeks 11 (1934) 29-41; J. Verheul Dzn., De architect Jan Giudici 1746-1819. Beschouwingen over enkele nog be staande bouwwerken door Giudici ontworpen tijdens zijn ver blijf van 1770 tot 1819 als architect te Rotterdam (Rotterdam 1938). 2. Zo bijv. R. Meischke, 'Achttiende-eeuws klassicisme: twee bouwkundige prijsvragen', Nederlands Kunsthistorisch Jaar boek, x (1959) 270. 3. Alle gegevens ontleend aan de doop-, trouw- en begrafenis boeken in het Gemeentearchief van Amsterdam. 4. Zie o.m. Van Swigchem, Abraham van der Hart, 16. 5. Zie resp. J.C. Breen, 'De regeering van Amsterdam gedurende den Franschen tijd', Jaarboek Amstelodamum, xil (1914) 12; en Van Swigchem, Abraham van der Hart, 39. 6. S. Ie Clerc, Traité d'Architecture avec des remarques et des observations tres-utiles Pour les Jeunes Gens, qui veulent s'appliquer a ce bel Art (Paris 1714). 7. P.E. Duyvené, Verhandeling over de bouwkunde met de noodige aanmerkingen en waarneemingen, door Sebastiaen Ie Clerc (2 dln.; Amsterdam 1781). Van dit werk bestaan twee edities, die slechts in het frontispice van het eerste deel ver schillen; de één verscheen blijkens opschrift bij de erven H. Gartman te Amsterdam, de ander was gedrukt voor Reekening van den Vertaaler en te verkrijgen bij de Amsterdamse boek handelaren Johannes Smit en Zoon en Willem Vermandel. Alleen de laatste droeg het jaartal 1781, dat ook in het - in beide edities gelijkluidende - voorwoord van Duyvené als vertaler voorkwam. Vgl. de beide exemplaren in de Universi teitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, sub nr. 630 Ellenii39A2/ll39A3 (het laatste uit de collectie van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst). 8. Voor de politieke plaatsbepaling van Rendorp zie: W.J. Koppius, 'Mr. Joachim Rendorp en zijn bemoeienissen met den Vierden Engelschen Oorlog', Jaarboek Amstelodamum, xxxii (1935) 205-217; F.J.E. van Lennep, 'Rendorp van Marquette en de Vierde Engelse Oorlog, in: Dez., Als vorsten. Portretten van achttiende-eeuwers (Haarlem 1967) 9-33; H.M.L. van Rossum, 'Aristocratische politiek in Amsterdam. De politiek van Joachim Rendorp in de Patriottentijd', doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam/Historisch Se minarium e 89-37, Amsterdam 1989. 9. Vgl. bijv. de nog weinig uitgesproken polarisatie op het terrein

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1995 | | pagina 94