daarvan in den regel slechts mogelyk is op nog niet bebouwden grond. Ook kunnen wy niet inzien dat flinke, goed gebouwde en ruim van lucht en licht voorziene woningen, zooals door ons worden gebouwd, niet aan de belangen der volksgezondheid bevorderlyk kunnen zyn, zooals de Inspecteur beweert. Allerminst kunnen wy inzien dat de volksgezondheid wel zoude worden gebaat, door de krotten, die wy wenschen op te ruimen, niet af te breken, maar eenvoudig wat op te knappen, en daardoor hun levensduur, zoo goed mogelyk nog wat te verlengen. In elk geval zoude dit in stryd zyn met het ook door u beaamde doel onzer Maatschappij.'31) -105- Janssen van Raaystraat H.L. Janssen van Raay was al vanaf de oprichting van de Maatschappij voorzitter. Dat hij dat niet zomaar was, maar dat hij een geboren bestuur der moet zijn geweest, zal uit al het bovenstaande duidelijk zijn geworden. Daarbij was hij ook een oprecht sociaal bewogen man. Dat men ook te Haarlem van mening was dat deze man wel iets extra's had verdiend, blijkt uit het raadsbesluit van 30 november 1910, waarbij de dank zij de inspan ningen van de Maatschappij nieuw aangelegde straat tussen Lange Heerenvest en Kerkhofstraat 'Janssen van Raaystraat' werd gedoopt.32> Het jaarverslag van de Maatschappij zelf zei daarover: 'Aan welke straat door het gemeentebestuur den naam gegeven is van Janssen van Raaystraat, daarmee de verdiensten erkennende van den voorzitter der Vereeniging, den heer H.L. Janssen van Raay, aan wiens onvermoeid streven de groote verbetering in den ellendigen toestand, waarin die buurt verkeerde, te danken is'.33) Dat niet iedereen overtuigd was van het heilzame werk van de Maatschap pij en de ideeën van haar bestuur, blijkt uit de reactie op een artikel van de hand van Janssen van Raay in de Oprechte Haarlemsche Courant van 20 november 1911. Daarin omschreef hij de door de Maatschappij aangekochte oude huizen aan de Lange Heerenvest als krotten, en stelde hij vast dat 'zooveel van die krotten kweekplaatsen van zedelijke en lichamelijke ont aarding zijn'. Hij kreeg verontwaardigd weerwoord van een bewoner: 'Het zijn wel geen woningen meer naar de eischen des tijds, doch ze voldoen vrij wel. Ik kan uit ervaring dan ook den heer J. v. R. mededeelen, dat in de laatste 30 jaar geen van al de bewoners aan tuberculose is dood gegaan. Zijn - vraag ik verder - de thans ge- P.M. KERNKAMP

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 105