De arbeider bij de werf Conrad was ook verzekerd. Het bedrijf kende maar liefst vijf fondsen, namelijk een ziekenfonds, een pensioenfonds (60 jaar), een spaarfonds, een weduwenfonds en het Anna Goedkoop-fonds (genoemd naar de dochter van Goedkoop). Het laatste fonds was in het leven geroepen om 'aan zieken en herstellenden versterkende middelen te verschaffen'.18) Arbeiders bij de werf Conrad hadden volgens het reglement recht op y/2 dag vakantie, met dubbel of driedubbel daggeld. In het reglement waren ook boetebepalingen opgenomen. Voor te laat -122- komen kende het bedrijf de volgende strafbepaling: 'Voor hen, die minder dan 9 ct. per uur verdienen: tot 5 minuten 5 ct., voor elke 10 minuten of gedeelte daarvan meer 1 ct. Verzuimen van 15 minuten of meer worden bo vendien van het loon afgehouden'. Iemand die een pijp of een sigaar in de werkplaats of op het terrein van de fabriek rookte kreeg een boete van 25 cent (3 uurlonen). Op het gebruik van sterke drank stond een boete van 2,50 terwijl het ongevraagd meenemen van materialen bestraft werd met 2,- boete. Uit deze bepalingen blijkt dat op de werf een streng regime heerste. Goedkoop was een driftig man die regelmatig in woede ontstak en met ontslag of boete dreigde. Daar stond tegenover dat het bedrijf, in vergelij king met andere ondernemingen goede sociale voorzieningen kende. Het basisloon bij de werf was laag, namelijk ca 5,70 per week, maar men kon dit loon met stukloon en overwerk behoorlijk verhogen. Ter vergelijking; gemiddeld verdiende een arbeider tussen de 10,- en 12,50 per week. De meeste arbeiders bij Conrad waren in staat een dergelijk loon te verdienen. Het reglement bij de werf bleef tot 1919 in deze vorm bestaan. Vanaf dat moment viel het bedrijf onder de cao in de metaalnijverheid. Op die cao was door werkgevers aangedrongen om onderlinge loonconcurrentie tegen te gaan. De vakbonden hoopten langs deze weg de arbeidsvoorwaarden van arbeiders te verbeteren. Conclusie De werf Conrad stond bekend als een relatief goed bedrijf om bij te werken. De onderneming kende voor die tijd redelijke pensioen- en sociale voorzie ningen. De arbeiders hadden (betaalde) vakantiedagen. De werf betaalde voor die tijd niet slecht, zeker wanneer je in staat was om flink door te wer ken. De werkgelegenheid bij het bedrijf ontwikkelde zich voorspoedig. Al leen in de jaren 1902 en 1908 kende het bedrijf een lichte terugval als gevolg van een inzakkende internationale conjunctuur. Goedkoop was de drijvende kracht achter de onderneming. Dankzij Haerlem Jaarboek 1996

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 122