Vaderlandsliefde alleen kan een krant niet redden Dagblad De Patriot: 1943—1945—1947 -124- Oud-redacteur Haas Rol van het oud-illegale dagblad voor Haarlem en omstreken De Patriot herinnerde het zich letterlijk.1' Directeur-financier Bernsen sprak tijdens een peptalk tot het voltallig personeel eind 1946 de visionaire woorden: 'Straks heet het hier geen Grote Houtstraat meer. Dan spreekt heel Haarlem over de Patriotstraat'. Helaas voor dat personeel: de Grote Houtstraat is niet van naam veranderd. Een paar maanden later, op 1 maart 1947, noteerde curator Veenhoven slechts schuldeisers: De Patriot was failliet. De Patriot heeft nauwelijks sporen nagelaten. De naam prijkt nog op het raam van een café in de Heine Houtstraat in de pseudo-gotische lettertjes die de krant ooit even als kopregel heeft gebruikt. Toeval. De uitbater wist niets over een plaatselijke krant die na de illegaliteit op 5 mei 1945 triomfan telijk uit de illegaliteit opdook en op 11 februari 1947 roemloos ten onder ging, verlaten door zijn abonnees en belaagd door zijn schuldeisers. De ca féhouder had de naam ergens gezien en vond het een leuk lettertje. Geen letter over de krant in aflevering 12 (over de Haarlemse pers) in de serie Als de dag van gisteren.2> Ook in Deugd boven gezveld ontbreekt elke verwijzing.3' In dat gedenkboek komt de illegale pers helemaal niet aan de orde. Er wordt zelfs niet gememoreerd dat de eerste illegale krant van ons land De Geuzenactie al op 15 mei 1940 in Haarlem verscheen. Bernard IJzerdraat was de redacteur, hij is op 13 maart 1941 gefusilleerd als een van de Achttien Doden uit het gedicht van Jan Campert.4' De bronnen over De Patriot zijn inderdaad schaars. Er zijn wat onvolle dige leggers in archieven en bibliotheken te vinden en over het illegale ver leden bewaart het Rijks Instituut voor Oorlogsdocumentatie het een en ander. Ook het aantal mensen dat eigen herinneringen heeft aan de krant, is heel klein geworden. Zij die ik kon achterhalen, hebben meegewerkt aan een vpRO-radioprogramma dat op 7 mei 1991 is uitgezonden. Van hen zijn er inmiddels ook enkelen gestorven. 'Ik krijg nog geld van ze', is erg vaak de eerste opmerking, als je betrok kenen uit de laatste bovengrondse periode benadert. 'Ze boden me een schrijfmachine als kwijting. Had ik dat maar geaccepteerd', zegt een eer- KEES SIPKES

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 124