der. A.F.K. Paree produceerde er in zijn eentje - redactie, administratie en advertentiewerving - het Gooise Stad en Lande. Alleen de bezorging liet hij aan anderen over. Als hij niet genoeg kopij had, 'leende' hij zetsel van de collega's of hij maakte het verslag van zijn gefingeerde lezingencyclus 'De opkomst van het socialisme' wat langer. Hij illustreerde zijn blad met cli chés van de naburige Arbeiderspers, door vriendjes geleverd. En dan was daar ook het zeer conservatieve Amsterdamsch Dagblad, geleid door oud-Telegraaf redacteur Adolf Koning, een voortzetting van het illegale blad Radio Oranje. Dat blad leverde het binnen- en buitenlands nieuws voor De Patriot. Als er over 'Koning' gesproken werd, grapte men ter redactie: 'Bedoel je Koning Adolf of Koning David', de Amsterdamse of de Haarlemse naamdrager; geen familie van elkaar, in zeer veel opzichten eikaars tegenbeeld. In Haarlem was inmiddels Gerhard Werkman aangetrokken als hoofd redacteur. Hij had zijn sporen in de vooroorlogse journalistiek verdiend, was liberaal en wat rechtser dan de krant tot dusver voorgaf te zijn. David Koning combineerde zijn Haarlemse kunstredactie met de eindredactie en opmaak in Amsterdam. Dat was te veel. Ik, de 20-jarige leerling-journalist met vijf maanden er varing, zou eindredactie en opmaak moeten overnemen. Mijn plaats werd me gewezen achter het oudste en gammelste bureau op de redactiezaal. Binnenlandredacteur Jan Roelfs - later vermaard verslaggever bij het dag blad Trouw - werkte op mijn historisch sentiment en verzekerde: 'dat was ooit het bureau van Abraham Kuyper'. Ik kreeg in Haarlem een tientje op slag tot 90 gulden per maand en de strikte opdracht: zorg ervoor dat er geen rechtse verhalen van het Amsterdamsch Dagblad in onze linkse Patriot te rechtkomen. Daar ben ik op gesneuveld. Na een maand was ik weer terug in de Grote Houtstraat. Ik herinner me de onvergeeflijke fout: rechtsboven op de voor pagina toonde onze commentaarschrijver drs. H. Bovenkerk het volste be grip voor de ontmoeting die luitenant gouverneur generaal Van Mook had belegd met Soekarno. Het Amsterdamsch Dagblad had echter een foto van die ontmoeting op dezelfde voorpagina geleverd met als onderschrift hoe Van Mook het in zijn hoofd had gehaald om de hand te schudden van die perfide collaborateur Soekarno. Foto en onderschrift glipten door mijn aandacht. Het was een ontsporing in een onvermijdelijke reeks. Bovenkerk be toogde dat 'het verleden Soekarno en Hatta het morele recht gaf ernstig genomen te worden', maar in een andere rubriek liet de redactie van het Amsterdamsch Dagblad in stoere mannentaal de Patriot-lezers weten 'dat op Soekarno de vloek zal rusten dat het uit de klauwen der Japanners be- Haerlem Jaarboek 1996

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 138