den opgesierd door fraaie behangsels. In de tweedelige opbouw van de schoorsteenboezems en in het gele velouté-behangselpatroon is de invloed van Daniël Marot te herkennen. Op de boezem van de schoorsteen in de regentenkamer, ofwel gele kamer, prijkt een groot regentenstuk van Frans Decker (1733). De regentenwapens op de lijst zijn in 1754 gesneden door Jan Woortman en geschilderd en verguld door een leerling van Frans Decker, Taco Jelgersma. 15> Onder op de boezem prijkt een paneel met een in sier letters geschilderd vers. 16) Dirk Mijnders uit Bilthoven was verantwoorde lijk voor 'sneiwerk an de Engelse schoorsteenleist Met een sneistjuk] boven de deur, noch twee crollen aen eine schoorsteenleist.'17) Met het snij werk boven de deur wordt de lijst van het regentenbord bedoeld. De schoorsteenboezem wordt gekenmerkt door strakke pilasterstellingen, die de geledingen op de boezem benadrukken, terwijl de mantel onder de gol vende tooglijst convexe en concave profielen toont, die de naar achter gele gen stookplaats omsluiten. De schoorsteen is volgens tekening en bestek van Abraham Kleyn gemaakt. 18> Pas in het laatste jaar van de bouw, op 1 mei 1733, besluiten de regenten 'tot meubileringe en vercieringe van de beneede kamers van 't groote huys Bijde kamers te behangen met sijldoek, de grote kamer groen op groen, de klijnder geel op geel.' 19) Uiteindelijk is gekozen voor veloutébehang, maar wèl in de genoemde kleuren. 20> Met velouté- of floersbehang imi teerde men kostbare gobelins of fluweel. Volgens deze middeleeuwse tech niek werden op in banen gespannen linnen, die in één of meer kleuren be schilderd waren, middels sjablonen patronen in een lijmlaag aangebracht. Door hierover wolpluisjes te blazen werd het patroon zichtbaar gemaakt. 21> Het donkergele veloutébehang in de regentenkamer is op twee wanden van plafond- tot vloerplint bevestigd. Het Marotpatroon bestaat uit grote gestileerde bladeren en bloemen, aan de onderzijde afgesloten met een imitatielambrisering. De met bruine oker en gouden aders gemarmerde schoorsteen sluit qua kleur mooi aan. Het houten plafond had, om de een heid te benadrukken, beter van stucwerk voorzien kunnen worden. In de groene kamer, het voormalige 'comptoir' (administratiekamer), hangt nu een groen beschilderd zeildoekbehang. Dit is in 1806 geleverd en aangebracht door Folkert Burman voor de somma van 303.11.-.22) In over eenstemming met de periode waarin het geleverd werd, heeft het behangsel een empiredecoratie met dwarrelende acanthusblaadjes in het groene middenvlak, dat omzoomd is door een lijst van palmetmotieven. Het com bineert qua kleur goed met de olijfgroen geschilderde schoorsteenkap. (Afb. 2) Het uit deze kamer verwijderde, oorspronkelijke blauwgroene, veloutébehang uit 1733 siert nu de overloop op de eerste etage. De opbouw van de schoorsteen in twee etages bestaat in deze kamer uit A.H.M. SCHOOTS-TIMMERMAN EN L. ZENHORST

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 13