versieringen boven het 'grauwtje' en langs de rococolijst zijn aange bracht 41). Een mengsel van Lodewijkstijlen, het Hofje van Oorschot Precies tien jaar later, toen de Lodewijk xv-stijl alweer op zijn retour was, werd tussen 1769 en 1771 uit de nalatenschap van de Amsterdammer Wouterus van Oorschot een hofje gesticht. De Amsterdamse meester-tim- merman Jan Smit krijgt de opdracht tot de bouw. 42> In overeenstemming met de rond 1770 opkomende Lodewijk-xvi stijl keert de rustige klassieke vormentaal weer in de architectuur terug. Met uitzondering van enkele rocailles geldt dit ook voor het hoofdgebouw van het hofje. Verrassend is de bijna vrolijke, slank opgebouwde schoorsteen met ge varieerde ornamentering in de regentenkamer. Het niet meer aanwezige oorspronkelijk okerkleurige geschilderde behang, met aan de bovenzijde een bordeauxrode bies met krullen, en het met stucwerk versierde plafond wijzen erop dat het interieur als eenheid ontworpen geweest moet zijn. 43> De schoorsteen is echter op geen enkele manier te rijmen met de symmetri sche klassieke architectuur van dit gebouw. Deze schoorsteen heeft dan ook een eigen geschiedenis. (Afb. 4) De ongehuwde Wouter van Oorschot was in Amsterdam eigenaar van twee panden aan de Keizersgracht tussen Utrechtsestraat en Reguliers gracht. Het zuidelijk deel van deze panden 'instekende Utrechtse straat' bewoonde hij zelf. Na zijn dood regelde hij per testament de verkoop van de panden en het stichten van een Haarlems hofje uit een hiervoor bestemd legaat. Een deel van zijn boedel diende overgebracht te worden naar dit toekomstige hofje. 44> In de 'sael' van zijn huis bevonden zich op de schoor steen de familiewapens van zijn vader Jan van Oorschot en moeder Susanna Saverij, die 'door een bekwaam beeldhouwer afgenomen moesten worden en uit de boedel verwijderd'. Op 20 april 1768 worden meerdere ornamenten en de wapens inderdaad 'van zijn boele en het paviljoen [draperieën] en verder het andere snijwerk, de spiegel, de lusters en de glas- arme van de schoorsteen en de pilasters gedaen'. De gebroken stukken worden gerepareerd en de spiegel met gesneden lijst uit de zaal moet 'ter meubilering en ter gebruyk' beschikbaar komen voor de administratie kamers van het hofje.45) Aangenomen mag worden dat deze spiegel de hui dige tweedelige spiegel in de regentenkamer is. Het is alweer Jan Woortman, die verantwoordelijk was voor de ornamentering op de schoorsteenkap. Hij bevestigde de spiegel en de wa pens, sneed enkele nieuwe ornamenten voor de boezem en past enige oude ornamenten aan. 46> De slanke kap met scheef weglopende zijpenanten A.H.M. SCHOOTS-TIMMERMAN EN L. ZENHORST

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 19