linten en strikken met bloemguirlandes en medaillons fleuren de boezem en mantel luchtig op. De schoorstenen zijn vaker in originele staat aanwezig gebleven dan de wandbespanningen, maar in het voormalige woonhuis Nieuwe Gracht 80 zijn het goudleer en de wandtapijten (1784) nog bewaard. Eenheid van kleur in de regentenkamer van het Frans Loenenhofje lijkt te wijzen op zo'n weloverwogen interieurconcept, maar schijn bedriegt. Uit de gelden van Frans Loenen werd door de executeurs-testamentair in 1607 een hofje gesticht. Gezien het continue geldgebrek is de conclusie gerechtvaardigd dat dit een armlastig hofje was.51) Om de geldnood te be strijden ging het hofje samen met het St. Jans- en Koenengasthuis. Een noodzakelijke restauratie kon zo onder leiding van de regenten Joh. Enschedé en Cornelis Baart in 1772 worden doorgevoerd in overleg met de stadsfabriek. Het 'Regentencomptoir', dat zich in het huisje naast de Lu therse kerk bevindt, werd naar de tuinzijde uitgebouwd. Tegelijk met het leggen van de fundamenten van de uitbouw werd een nieuwe schoorsteen uit Goudse steen opgemetseld tegen de muur van de Lutherse kerk. Er werd een eikenhouten 'boesem en beklem tot tegen de soldering' opge bouwd. Er werden 'schuyne hoeken opzij hol vallende met pilasters en kromme kardoessen [consoles] vanonder' gemaakt.521 Het comptoir werd in 1772 door Jan van Gent groen gegrond en de schoorsteen olijfgroen ge verfd. Een jaar later werd de mantel door Van Gent met vernis, verf en goud gemarmerd. Ook aan het behangsel werd door hem en zijn knecht gewerkt.53) De boven beschreven schoorsteen, de kleur in de regentenkamer en het behang komen niet meer overeen met de huidige situatie. De rococo- schoorsteen met gemarmerde mantel is in 1791 verwijderd, toen het regentencomptoir nogmaals een grondige verandering onderging. De ka mer werd toen vergroot en er kwam een deur aan de gangzijde. Het oude behang werd er af gehaald en de muren werden betengeld.54) In datzelfde jaar werd het comptoir door Jan de Gent 'donkerblauw gestopt en gegrond' en later 'opgeverfd met blank blau en blau'. Een zwarte mantel werd samen met 'legger, brandstukken en pleyster' op 5 mei 1792 door steenhouwer Jacobus Legee geleverd. 55> Kort daarna werd door 'eene andere mildaadige hand aan de regenten een goudleer behangsel voor het comptoir geschonken.'56) Deze anonieme schenking werd door David Hesse en zn. aangebracht en ook door hem gevernist.57) Het verheven goudleerbehang heeft een goudkleurige symme trische decoratie, bestaande uit een onder een baldakijn geplaatste vaas met bloemen en andere ornamenten op een blauw fond. Afb. 5) Het pa troon is sterk verwant aan textielontwerpen van Marot en daarom stilis- Haerlem Jaarboek 1996

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 22