1792 voldaan, voor de mantel e.d. krijgt Legee 48.19.8. uitbetaald. 56. Idem, inv.nr. 65, het staatboek van het hofje. De aantekening over de schen king is gemaakt onder de staat 1—10—1791. Zenhorst, 'Wandbespanningen 14— 15. 57. avk, archief Frans Loenenhofje, inv.nr. 68—2: op 26—27—28 juli aangebracht. Slecht leesbare gegevens: ...'het compt. behange met..dele Eygen Goud Leer 93 veile a 3 st. per vel...lijs..spijk. F.13.19.10 Augustus 't selve gevernist. De rekening wordt op 20 September 1792 voldaan. David Hesse en zn. werkten ook bij het Teylershofje, zie: Ter Molen, 'De regentenvertrekken', noot 25, pp. 325, 327. 58. In F.T. Scholten red., Goudleer Kinkarakawa: de geschiedenis van het Nederlandse goudleer en zijn invloed in Japan (Zwolle 1989), op p. 137, cat.nr.39 staat een opsomming van gegevens van een goudleerpatroon, dat zeer verwant is aan dat van het Frans Loenenhofje. Zie E.F. Koldewey, 'De verschijningsvormen en patronen van het goudleer Monumenten en land schappen, 11 (1992) 6, 8-33. 59. avk, archief Frans Loenenhofje, inv.nr. 68-2: reken. d.d. 25 juli 1792: 'gesonden een spiegel uyt 2 Flack met op., teraguta lijst, aan Joh. Willems Gz. dockter te Haarlem, door Joh. en Nicol. Weekes voor 22.-. 60. Ter Molen, 'De regentenvertrekken', 315-345- 61. Kurtz, Haarlemse hofjes, 147. 62. Van Roon, 'Stucwerk', 15. Haerlem Jaarboek 1996

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 30