doen. In de diverse boekjes die over de Haarlemse hofjes verschenen, kwam ook het Teylershofje vanzelfsprekend voor, maar bleef de bespreking hoofdzakelijk beperkt tot een kort historisch overzicht van enkele pagina's, en werd op de architectuur nauwelijks nader ingegaan. 5> De eerste auteur die daarin verandering bracht, was Meischke in zijn opstel over de Groningse Stadhuisprijsvraag, die in een dusdanig breed architectuurhistorisch kader werd ingebed, dat ook het Teylershofje ter sprake kwam. 6> Hierin wordt voor het eerst gewezen op het bestaan van meerdere gevelvarianten voor de straatzijde een tweetal wordt zelfs afge beeld - waaronder één, waarin de centrale portiek nog geheel ontbreekt. Daarbij wordt ook, zij het zonder nadere argumentatie, een chronologie aangegeven. Twintig jaar later zou Ter Molen in zijn bijdrage aan het ge denkboek dat ter ere van het tweehonderdjarig bestaan van Teylers Stich ting in 1978 verscheen opnieuw op deze voorontwerpen ingaan. 7> De in 1785 door Dirk Vreedenburg vervaardigde maquette van het poort gebouw, waarvan hier tevens melding werd gemaakt, pronkte enige jaren later op de tentoonstelling Het Kleine Bouwen, en kreeg in de bijbehorende catalogus, waarin voor het eerst tevens een onuitgevoerd voorontwerp werd afgebeeld, een uitvoerige afzonderlijke bespreking. 8> Ook in de cata logus van de tentoonstelling Edele Eenvoud in 1989, gewijd aan het Neder landse neoclassicisme van de late achttiende eeuw in al zijn facetten, ont brak het houten model, en daarmee een eigen lemma voor het Teylershofje, vanzelfsprekend niet. 9) Een aparte bespreking hadden al eerder de regentenvertrekken in het poortgebouw gekregen, 10> maar daarbij was het dan ook gebleven. u> Een nadere bestudering van de bewaarde bouw tekeningen, gelijk een plaatsbepaling binnen de Nederlandse bouwkunst en de Haarlemse hofjestraditie, bleef uit. De totstandkoming van het hofje Alvorens tot dat laatste over te gaan, is het zinnig eerst op een rijtje te zet ten, wat wij op grond van geschreven bronnen over de totstandkoming van het Teylershofje weten. Het navolgende is daarbij hoofdzakelijk gebaseerd op de bewaard gebleven stukken in het archief van de Teylers Stichting. Aanvankelijk bestond het voornemen om het bestaande hofje tussen de Grote Houtstraat en het Klein Heiligland te verbouwen en vergroten. Het was in 1729 door Pieter Teyler van der Hulst (1702-1778) aangekocht, waarna op het bleekveld een zestal huisjes voor bejaarden was gebouwd.,2< Het complex behoefde inmiddels aanmerkelijke verbetering, waarbij dan tevens tot uitbreiding over kon worden gegaan. Viervant kreeg in 1780 de opdracht om de nodige tekeningen te vervaardigen. 13) Zijn project vond Haerlem Jaarboek 1996

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 32