*4- Zie p. 36. Een gewassen en gekleurde pentekening in de collectie van Teylers (Tekeningen Viervant no. 83), ongesigneerd en ongedateerd. 56> Zij toont het gehele complex, met het grondplan, de opstand van de straatgevel ('Voor Facade'), de hofgevel van de lange vleugel ter linkerzijde ('Doorsneede volgens de Lyn a—b'), en de hofgevel van de achtervleugel ('Agter Geevel volgens de Lyn c-d'). Het betreft hier een ontwerp dat geheel los staat van alle andere bewaard gebleven tekeningen, vermoedelijk het oudste dat van Viervant voor het hofje bewaard is gebleven. Het is namelijk het enige project, waar de zuilenportiek ontbreekt. In plaats daarvan wordt het complex aan de Koudenhorn afgesloten door een hek tussen twee identieke vierkante pa viljoens van twee verdiepingen met elk vier rechthoekige ramen onder schilddak, waarbij de geveluiteinden met geblokte hoeklisenen zijn geac centueerd. Ook de gevels van de lange vleugels zijn monotoner dan in het uiteindelijke plan; een accentuering van het midden d.m.v. rondboog portaal en ronde dakkapel daarboven ontbreekt nog, zoals ook de middenas van de achtervleugel nog niet door een blokvormig opzetstuk, maar door een simpel fronton afgesloten wordt. Het hofje telt hier bovendien nog 30 woningen, wat op een datering vóór eind september 1784 (toen dit aantal op 20 of 24 werd vastgelegd), vermoe delijk tweede helft augustus of eerste helft september (toch wel pas nadat het terrein ook eindelijk daadwerkelijk aangekocht was) wijst. 57> De twee deling tussen enerzijds de in drie vleugels rond een binnenplaats gegroe peerde kleine huisjes en anderzijds het regenten- en portiersgedeelte aan de straatzijde, was nog niet geheel consequent doorgevoerd, daar in het rechterpaviljoen aan de Koudenhorn de woningen no. 29 en 30 onderge bracht waren. Pas later zou deze vierde vleugel in zijn geheel voor de Stichtingsdirectie en haar personeel worden gereserveerd. Opvallend is voorts, dat de architect er zich kennelijk nog niet van bewust was dat de begrenzing van het perceel aan de straatzijde zeer scheef was; van een ge rende voorgevel is in deze tekening althans nog geen sprake. *5. Een gewassen en gekleurde pentekening in de collectie van Teylers (Te keningen Viervant no. 85), gesigneerd L?Vt en gedateerd 1785.58> Zij toont het gehele complex, met het grondplan, de identieke hofgevels van beide lange vleugels, en de hofgevel van de achtervleugel. Het vooraanzicht van de portiek ontbreekt ditmaal echter; wel is de dwarsdoorsnede opgenomen. Het betreft hier vermoedelijk het definitieve ontwerp van Viervant. Het portiekgebouw is inmiddels aanwezig, maar de voorgevel ervan geert min der sterk dan op *no. 3, waardoor de verhoudingen van de hierin onderge brachte ruimtes wat veranderd zijn. Het hofje telt nu de uiteindelijke 24 woningen, en de gevelopstanden komen geheel overeen met die van het bestaande bouwwerk zelf. Het strakke fronton boven de achtervleugel heeft hier plaats gemaakt voor een zwierig opzetstuk met ronde zonnewij zer, wat in zekere zin als een stylistische stap terug te beschouwen is: het eerste vormde het visitekaartje van het neoclassicisme, het tweede is een element dat, zeker vanwege de bekronende bokaal en de twee siervazen op de hoeken, meer in het langzamerhand zijn einde naderende tijdvak van de rococo thuishoort. Haerlem Jaarboek 1996

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 50