Boven het fries van triglyphen en van medaillons voorziene metopen ver schijnt het opschrift 'tyler'; een klok tussen twee liggende vrouwelijke fi guren zorgt ter hoogte van het dak voor een middenaccent. De gehele com positie vertoont verwantschap met de uiteindelijke opzet van het centrale deel van de hofgevel van de portiek. *9. Zie p. 39. Een gewassen en gekleurde pentekening van de straatgevel van het voorgebouw in de collectie van Teylers (Tekeningen Viervant no. 89), gesigneerd Viervant 1784, en gemerkt 'no. 2'.60) Het voorgebouw telt nu ter weerszijden van de portiek slechts één rij van elk drie grote rechthoe kige vensters onder lage met guirlandes gevulde spaarvelden, gelijk uitein delijk ook is gerealiseerd. Alleen bevinden zich in de tekening op de plaats van de middelste spaarvelden plaquettes, die door een klein gebogen fron ton worden gesierd. Die links van de doorgang draagt het opschrift 'tyler', de rechter, enigszins afgeraffeld en daarmee voor een datering onbruikbaar, een jaartal. Op de plaats van de hoekblokken van *no. 8 treden nu geblokte hoeklisenen op, welke achter de buitenste muurzuilen van de portiek pen danten gekregen hebben. Beide treffen we ook in werkelijkheid aan. De zuilen zijn nu echter gelijkmatiger verdeeld; het middenintercolumnium verhoudt zich hier, afgaande op de metopen, tot de beide anderen niet als 2:4:2, maar als 3:4:3. Zou dit uiteindelijk evenwel 2:6:2 worden, het grote, met wapenschild gevulde fronton dat thans boven de ingang aan de Koudenhorn prijkt, bekroont ook bij *no. 9 al de doorgang. Voor de afslui ting van de gevelmuren tenslotte heeft Viervant twee alternatieven, beide zonder de hoekvazen van *no. 8, getekend: links een conventionele balus trade met balusters, rechts een borstwering bestaande uit een aaneenscha keling van ringen, waarvoor uiteindelijk gekozen is. *10. Zie p. 39. Een gewassen en gekleurde pentekening van de straatgevel van het voorgebouw in de collectie van Teylers (Tekeningen Viervant no. 90), gesigneerd Viervant 1784, en gemerkt 'no. 4'. De opzet verschilt meer van de beide vorige, en wijkt ook sterker van het uitgevoerde ontwerp af. Ditmaal tellen de beide vleugels ter weerszijden van de zuilenportiek elk drie rechthoekige vensters onder spaarvelden. Daarvan zijn telkens de beide binnenste vierkant, maar is de buitenste liggend langwerpig, omdat de buitenste vensters, onder een eigen gebogen fronton geplaatst, breder zijn. De buitenste vensterassen zijn daarbij tot zijrisalieten uitgebouwd, die zich behalve door deze vensterfrontons ook door uitvoering in scherp ge sneden blokwerk duidelijk van de overige gevelgedeelten onderscheiden. Ofschoon de elegante open balustrade voor een strakke gesloten borstwe ring heeft plaats gemaakt, doet het ontwerp daarmee sterker barok aan dan de beide vorige, een effect dat door het grote segmentboogvormige pediment - volgend belangrijk verschil ten opzichte van de andere projec ten - over de zuilenportiek nog eens versterkt wordt.61) De verhouding der intercolumnia, in metopen uitgedrukt 2:6:2, komt daarentegen weer wel - in tegenstelling tot *no. 8 en *no. 9 - met de uiteindelijke overeen. Meischke heeft indertijd in deze voorontwerpen een duidelijke chrono logische reeks gezien, toevallig ook in de volgorde *no. 8, *no. 9 en J,tno. 10. Bij *no. 8 zijn nog de tweede verdieping en de tweemaal vier vensters op Haerlem Jaarboek 1996

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 54