En letter? Die was nog de slimste: Hij zag daar halve fleschjes staan Hij wist er vier van weg te mofflen, En stikem op den loop te gaan. Toen kocht hij onderweg kadetjes, En stapte vrolijk met zijn buit Naar Haarlems Hout, en dronk daar vreedzaam Ook schoon zijn halve fleschjes uit. - Maar nu was 't ook bij letter kermis; Hij zwierde zingend langs de straat, Ja noemde zelf Prins hendrik "buurman," De Burgemeester "kameraad". Nu zeilde hij naar d'illminatie, Die op "de Dreef' was aangebragt; En zong 't "Wilhelmus van Nassouwe" 't "Wien Neêrlands bloed" uit al zijn magt. Maar 't onheil blijft hem verzeilen: Daar kwam een oploop aan "de Dreef Terwijl een rijtuig aan kwam rijden, Waar de arme klaas aan hangen bleef. Doch letsel heeft hij niet bekomen, Maar ach! zijn hoed is in 't gedrang, En bovendien, zijn fraaije feestrok Is ganschlijk uit zijn zamenhang; Eén pand heeft hij totaal verloren; De andre hangt er los bij neêr; Zijn broek en vest zijn vol met modder; Zijn hoed ziet hij volstrekt niet meer. Nu is hij razend. - Als een dolle Vliegt hij door Haarlems straten rond, Zoekt rusie, wil met ieder vechten, En tuimelt eind'lijk op den grond. De kleppers komen toegeschoten, Zij grijpen onzen letter vast; En na verloop van tien minuuten Zit hij te Haarlem in de kast. Maar nu nog slimmer. - Door de drokte A.M. VAN DEN BROEK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 85