Directeur Burgerlijke Openbare Werken In het jaar 1882 kreeg Hendrik wegens ziekte twee jaar verlof naar Neder land. Hij verliet Indië met het idee dat dat wel eens voorgoed zou kunnen zijn, en legde derhalve ook de diverse functies neer die hij in de loop der tijd buiten het werk had verkregen. Zo was hij sedert december 1871 lid van de 'Koninklijke Natuurkundige Vereeniging in Nederlandsch-Indië', waar hij uiteindelijk president van was geworden. Bij zijn vertrek werd hij benoemd tot honorair lid. 14) Janssen van Raay vestigde zich in het voorjaar van 1882 met zijn gezin in Delft, waar zoon Willem werktuigbouw studeerde. Vanuit -93- deze plaats wilde hij eens rustig om zich heen kijken of er niet ergens een geschikte gemeente was waar hij burgemeester kon worden. 15) In Indië bleek men echter andere plannen met hem te hebben: in 1884 werd hem verzocht de afgetreden directeur van Burgerlijke Openbare Werken (bow) in Nederlands-Indië op te volgen, bow was één van de vier departementen die in 1866 na een reorganisatie van het Indische bestuursstelsel waren ge vormd. Deze departementen zijn enigszins vergelijkbaar met de ministeries in het moederland. 16) Het wekt dan ook geen verbazing dat Janssen van Raay dit vererende aanbod aannam en terugreisde naar Indië. Het zeer riante salaris van 2000 gulden per maand zal daar wellicht aan hebben bij gedragen. Naar Haarlem Over deze laatste functie valt verder niet veel opzienbarends te vertellen. Op zijn verzoek kreeg Janssen van Raay per 5 juni 1889 ontslag, 'onder dankbetuiging voor de vele en langdurige diensten door hem aan den lande bewezen'. Hij vertrok naar Nederland en vestigde zich in september 1889 met zijn vrouw en drie jongste kinderen in Haarlem, op het adres Schoter singel 117a. Dat roept direct de vraag op wat hij in Haarlem te zoeken had, want noch hij, noch zijn vrouw, kwamen daar vandaan. Het antwoord moet ongetwijfeld zijn dat hun oudste zoon, Willem, sinds 1884 als leraar wis- en natuurkunde verbonden was aan de hbs in Haarlem. Willem woonde met zijn gezin op Schotersingel 119. Beide huizen staan er nu nog. In de jaren tachtig van de negentiende eeuw waren ze nieuwbouw aan de rand van de oude stad. Aan de achterkant had men de eerste jaren nog een weids uitzicht over het land. In heel Nederland werden in deze periode de laatste stadsmuren, - wallen en grachten gesloopt en gedempt en veelal vervangen door parken en singels. Aan die parken en singels verrezen doorgaans woningen voor mensen met een bovengemiddelde beurs. Opvallend is het dat Janssen van Raay binnen de kortste keren inge- P.M. KERNKAMP

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 93