1
vaarlijke stekels. Ook ik ben daar tijdens onze lange vriendschap mee ge
confronteerd. Pas wanneer ik hem had weten duidelijk te maken dat ik zijn
vesting niet wenste te torpederen, maar alleen zijn hart zocht, pas dan trok
hij zijn legers terug. Dan restten weer de blikken van verstandhouding over
de gedeelde hartstocht voor de ongerepte schoonheid van de natuur, soms
ver weg (het Franse land) soms dichtbij (Schapenduinen), over onze fasci
natie voor de ontroerende klankpracht van Ravels Gaspard de la Nuit,
maar ook over de gedeelde intimiteiten over grote trauma's in ons beider
levens.
-214- Vorig jaar gaven wij ons laatste concert in Zeist. In de kapel van de
Evangelische Broedergemeente vertolkte Johan heel bevlogen de solopartij
in de grootse fluitsonate van Gabriël Pierné. In de auto op weg naar Haar
lem vertelde hij opgetogen over de naderende voltooiing van zijn huis in
Frankrijk, waar hij definitief zou gaan wonen. Eén blik naar mij was voor
hem genoeg om zich te realiseren dat zijn verhuizing me zwaar viel. Ik kon
en wilde niet begrijpen dat hij kennelijk voldoende reden had om alle sche
pen achter zich te verbranden, al verzekerde hij mij dat wij gewoon verder
zouden musiceren, alleen wellicht wat zuidelijker. 'Kom bij me logeren',
klonk het vaak daarna. Door allerlei oorzaken is het er niet van gekomen
en wonderlijk genoeg logeerde hij de laatste maanden steeds frequenter in
Holland. Dat deed me goed, al liet ik hem dat niet weten.
Tot die vrijdag, de vierde april. Eén blik op deze lieve, ontredderde Bloe-
mendaalse nomade is genoeg om te weten dat hij me ditmaal niet meer zal
ontglippen, ook al weet ik dat ik zijn lichaam niet bij me kan houden. Ik leg
mijn hand op zijn bezwete voorhoofd. 'Warm hè', zegt hij. Ik knik. 'Net de
Habanera van Ravel', mompelt hij en glimlacht.
jaap stork (met toestemming auteur overgenomen uit Haarlems Dagblad)
John van Meurs
23 januari 1944-21 juni 1997
John van Meurs was een markante persoonlijkheid. Toen bekend werd dat
hij op 21 juni 1997 na een ontembare ziekte afscheid had genomen van een
bruisend leven, werd op tal van plaatsen in het Haarlemse de pas vertraagd.
John woonde dan wel niet meer in de Spaarnestad, zijn voetstappen
werden er nog regelmatig gehoord. En dan opeens die sobere stilte. De
vlotgebekte gastheer geveld, het bracht velen tot bezinning en, zoals altijd
bij verlies van een vriend, besef van betrekkelijkheid. Het leven is soms
oneerlijk kort. De grote animator van tal van creatieve hoogstandjes, ver-
Haerlem Jaarboek 1997