vele welgestelden uit de stad neerstreken. Er werd op grote schaal villa
bebouwing gerealiseerd. De tramverbinding maakte het voor forensen mo
gelijk zich in Aerdenhout te vestigen. De afschaffing van de tol en daarmee
het sluiten van de Haringbuis voor publiek viel samen met de periode
waarin de 'automobiel' op de weg verscheen, de Zandvoorterweg in 1924
werd geasfalteerd en Zandvoort als badplaats voorgoed populair werd.
Voortaan werd De Haringbuis bewoond door de chauffeur van de graaf
Van Randwijck, die in het aan de overzijde gelegen Bosch- en Landzigt
woonde. Nog in 1928 hing het oude uithangbord van de Haringbuis met een
geschilderd schip, dat herinnerde aan de tijd toen het tolhuis ook herberg
was, boven de deur. Het was evenwel in de loop der jaren zo verweerd en
verkleurd dat men het opschrift nog nauwelijks kon ontcijferen.
Een bekend gedicht, dat altijd in de herberg aan de muur had gehangen
is na de sluiting als tolhuis verloren gegaan. In dat gedicht leefde de oude
naam 'het Vergulde Claverbladt' nog voort. Over het gedicht wordt ver
haald in Hollands Arkadia, of Wandelingen in de Omstreken van Haar
lem, in 1804 verschenen van de hand van de Haarlemse uitgever A. Loosjes
Pz., die een Rousseau-achtig gezelschap al converserend door de regio laat
wandelen.16) Blijkens het bekende igde-eeuwse historische overzichtswerk
van F. Allan Geschiedenis en beschrijving van Haarlem was het gedicht in
1877 nog in de Haringbuis aanwezig. Oorspronkelijk een exemplaar van
perkament was het vers sedert 1824 op papier gedrukt. De graaf Van
Randwijck zou het gedicht nadien hebben verkocht aan J. van der Velden
in Heemstede, een nazaat van de laatste tolgaarder van de Haringbuis.
De Zandvoorterweg met de Haringbuis, circa 1900. (foto gemeente
Bloemendaal)
HENRI SPIJKERMAN