toch even te huilen. Hetgeen een verslaggever noopte boven zijn verhaal in de krant te zetten: Tranen van Marijke parels in de grond van Spaarndam. Je moet er maar opkomen', aldus de scribent langs zijn neus weg. Dan is het bij Helversteijn oppassen geblazen. Nazoeken dus en dan blijken stille ver moedens juist. Want wie was die verslaggever? Precies, u raadt het: hijzelf. En wat wilde hij? Die gelegenheidstrouvaille nog eens opdissen natuurlijk. Ook heeft Wim Helversteijn boeken over de geschiedenis van een aantal rooms-katholieke parochies geschreven, over drie eeuwen Haarlemse brandweer, het honderdvijftigjarig bestaan van het koninklijk mannenkoor Zang en Vriendschap, het Haarlemse stadhuis en over de historie van en- -209- kele vooraanstaande amateurtoneelverenigingen. Zelfs in de revalidatie- kliniek waar hij tot kort voor zijn dood werd verpleegd kon hij zijn koffer machientje niet met rust laten en schreef hij enkele kleine hoofdstukken voor een boekje over de kathedraal. In dit verband is het wellicht op deze plaats te betreuren dat hij zijn roomse jeugdherinneringen niet - zoals zijn leeftijdgenoot Herman Pijfers (auteur van Naast de kerk - Een katholiek verleden is nooit weg) heeft geboekstaafd anders dan her en der in zijn rubriek(en). Een éminence grise - het in vooral journalistieke kring halsstarrig ver keerd gehanteerde begrip voor nestor of grand old man - is Wim Helver steijn nooit geweest, al zou hem het grijze habijt van de kapucijner monnik, père Joseph (de éminence grise), raadsman en biechtvader van de be roemde Franse staatsman en kardinaal van de Heilige Roomse Kerk (in die volgorde) Armand Richelieu, de in een rode soutane geklede eminentie, niet hebben misstaan. Wel was hij in de herfst van zijn leven grijs en vele jaren daarvóór al eminent. Daarvan getuigen ook de onderscheidingen die hij heeft gekregen: de bronzen legpenning van verdienste van de gemeente Haarlem (september 1988); de zilveren legpenning van de Historische Ver eniging Haerlem (juni 1991); ridder Oranje Nassau (september 1993) en de zilveren Kothurne van de Nederlandse vereniging voor amateurtheater (september 1997). Na het afscheidsfeest rondom de gevierde stadsverslaggever Helversteijn is het met hem snel bergafwaarts gegaan. Zijn bloedvatenstelsel was zo goed als versleten en ook zijn hart was niet sterk meer als gevolg van de vele grote en kleine infarcten die hem in de loop der jaren het leven flink zuur hadden gemaakt. Hij was zwaar invalide, kon niet of nauwelijks nog lopen, moest derhalve worden gereden; kortom hem was een leven bescho ren met een bijzonder klein perspectief. Dat zou allengs piepklein zijn ge worden. Zo'n leven wilde hij niet. Dat is hem dan ook gelukkig bespaard gebleven. Zondag 21 juni 1998 is Wim Helversteijn niet in Haarlem, maar in een Heemsteeds ziekenhuis gestorven, vierenzeventig jaar oud. Hij werd na NECROLOGIEËN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 209