10. AVK, Hofje van Staats 5. H. G.H. Kurtz, Haarlemse Hofjes (Haarlem 1951), 128; B.C. Sliggers, Wat in Staats stond: kunst en kunstnijverheid in het Hofje van Staats (Haarlem 1987), noot 3: De onderfabriek was de tweede man van de Stadsfabriek (wat tegenwoordig Gemeentewerken heet). Hendrik de Werff was van 1742 tot 1745 vinder en in de jaren 1745 en 1746 deken van het St. Lucas gilde. 12. avk, Oud Notarieel Archief Haarlem 771, akte 87. 13. avk, Stadsarchief Haarlem kast 15-203 (personele quotisatie). 14. idem, kast 15-163 (personele quotisatie). 15. Er zijn vanaf 1730 bij de bouwrekeningen van het Hofje van Staats ook wel rekeningen te vinden op naam van Leendert Dijkhuijzen, maar deze zijn allemaal in zijn hoedanigheid als timmerman en dienaangaande niet van -3:- belang voor het huidige artikel. Zoals in avk, Hofje van Staats 45: 'van Leenderd Dijkhuijsen, mr, Timmerman, voor sestien masten, tot vijff en vijftig stuijvers 't stukck, door hem, voor mevr. de Raat van ons overgenomen ontfangen ƒ.44,-'. 16. avk, Hofje van Staats 56.5 17. G.H. Kurtz, a.w., 135. 18. avk, Hofje van Staats 5. 19. Zie voor een Engelse tafel die qua opbouw gelijk is aan dit exemplaar (ovaal, opklapbaar en met een diepe lade in het midden): Sotheby's London, veiling catalogus English Furniture (juli 1986), 43, lot 43. 20. De meest algemene voorkomende kleipijp had rond 1700 een lengte van 55 cm. Daarnaast waren er ook langere typen, die een lengte konden bereiken tot 96 cm. Zie D.H. Duco, De Nederlandse kleipijp, Handboek voor dateren en determineren (Leiden 1987), 15. 21. Voor geïmporteerd Engels beslagwerk uit de tweede helft van de 18e eeuw, zie: R.J. Baarsen, 'In de commode van Parijs tot Den Haag', Matthijs Horrix (1735-1809), een meubelmaker in Den Haag in de tweede helft van de acht tiende eeuw', Oud Holland 107—3 (I993)> x95- 22. H. Hayward (ed.), World Furniture, an illustrated History (London 1967)2, 94-95. 23. avk, Hofje van Staats 56s (Aan Leenderd Dijkhuijzen voor een noteboome theèkoffertje ƒ.15,-) en 571 (Aan Leendert Dijkhuijzen voor een nooteboom theekistje ƒ.15,—). 24. Zie A.H.M. Schoots-Timmerman en L. Zenhorst, 'Een teken aan de wand, schouwen en behangsels van Haarlemse regentenkamers 1648-1745 Haerlem Jaarboek 1996 (Haarlem 1997), 9-3°- 25. F. Allan vermeldt over het hofje en de groene kamer in Geschiedenis en beschrijving van Haarlem (Haarlem 1874-1888), dl IV, 267: 'Behalve eene antieke notenhouten kast en eenige portretten...benevens de oorspronkelijke plannen en teekeningen van het gebouw en van de beide nader genoemde gevelsteenen, bevat dit hofje geen meldenswaardige bijzonderheden 26. avk, Hofje van Staatssö3:12-08-1735 Aan Timmerman Leenderd Dijkhuijzen voor 't maken van 2 lijsten om de borststucken van heeren IJsbrant Corn. Staats ƒ.15,-. 27. In het lidmatenregister van de Doopsgezinde Gemeente in Haarlem is hij op 11 augustus 1767 ingeschreven. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat die datum niet klopt en een jaar later moet worden gesteld gezien het jaartal MATHIEU WILLEMSEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 51