En beide uitersten zijn nu in Amsterdam vereenigd.
Men zou kunnen zeggen, dat Amsterdam het meesterstuk is van een
Haussmann, die verzot op halve cirkels geweest is, zoo als het mo
derne Parijs het meesterstuk is van een Haussmann, die dol op rechte
lijnen was.
Ik laat aan de wetenschappelijke reizigers over, om het groote paleis
van Amsterdam, het museum 20> en de beroemde Nachtwacht van
Rembrand, de haven met zijne achthonderd koopvaardijschepen, den
zoölogischen tuin 21> met de papegaaien, die met kleine kettingen aan
de takken der boomen bevestigd zijn, de kerken en synagogen met
hunne torens, het Paleis voor Volksvlijt, een moderne constructie, die
aan het Cristal palace doet denken - ik laat het aan anderen over, dit
alles te beschrijven.
Ik, die een gewoon reiziger ben, welke hier slechts doorreist, ik blijf
liever wat op straat ronddwalen. Het is juist kermis, en geheel Amster
dam is op de been, om deel te nemen aan de kermis, die tevens een
soort karnaval is.
Vooruit dus! Er is heel wat volk op de been; dit schijnt mij toe, uit
twee hoofddeelen te bestaan: de onverschilligen, die met open mond
de kuren van een koorddanser staan aan te staren, uren lang; en de
uitgelatenen, die met benden van ongeveer twintig vrouwen en twintig
mannen zich een weg banen, en zich door geen tegenstand laten
weerhouden.
Als het niet zoo vroolijk was, dan zou men zeggen, dat het een charge
van de politie te Parijs is, die een oploop uit elkaar jaagt. Ik heb een
aantal van die menschelijke stormrammen tegen mij aan gehad en dit
zal steeds tot in het binnenste mijner nieren in herinnering blijven. Op
dat gedeelte van mijn persoon, waarmee die lui in contact kwamen,
zijn de genoegens der kermisvermakelijkheid geschreven - in 't blauw.
Zij geven verder aan hun vroolijkheid lucht, door op alle hoeken van
de straten een klein geïmproviseerd bal te geven. Als er een vis-a-vis
voor de quadrille ontbreekt, dan moet een der omstanders invallen en
de ongelukkige schijnt tegen zijn zin te dansen op het motief van: La
danse n'est pas ce qu j'aime.
Ik ben een troep van die uitgelatenen gevolgd tot beneden in een
kroeg, daar zijn zij doodstil gaan zitten en, als of zij een religieus werk
verrichtten, hebben zij gauw een paar glazen jenever naar binnen
gespoeld om hun opgewondenheid te houden op het peil, dat door de
geheime kermis-reglementen gevorderd wordt.
Haerlem Jaarboek 1998