pleisterde villa's en in de gevelwanden van de aaneengebouwde heren huizen in het Frederikspark, het Ripperdapark en het Kenaupark. Maar min of meer gelijktijdig werd ook de vormgeving van de Hollandse neo- renaissance toegepast in de architectuur zoals bij de villa's in het Flora park (1881-1893) en de aaneengesloten woonbebouwing in de Wilhel- minastraat (1881-1887). Maar de tijd van de neo-stijlen begon in het allerlaatst van de 19e eeuw, ten tijde dus van de bebouwing in het Wilhelminapark, langzaam te verdwijnen. Er brak een periode van vernieuwing aan. Deze vernieu wing waarbij de vormgevers zich gaandeweg losmaakten van de motie ven en de vormentaal van het verleden, deed zich allereerst voor bij de schilderkunst, de decoratieve kunst en de grafische vormgeving. Al spoe dig werd dit streven naar 'het andere' ook in de architectuur zichtbaar. In Nederland dient hierbij zeker Berlage genoemd te worden. Afkomstig uit de vormgeving van de neo-renaissance betrad hij met name bij zijn uit gevoerde plan van de koopmansbeurs in Amsterdam (1889-1905) het pad dat naar de vernieuwing leidde. Dit beursgebouw vertoont een strakke sobere architectuur waarbij toch ook het ornament een rol speelt. Berlage streed voor eerlijkheid in het gebruik- en toonbaar maken van de con structie en het materiaalgebruik bij zijn gebouwen. Het ornament dient niet als toegevoegde versiering maar komt voort uit de constructie en be nadrukt deze zoals bijvoorbeeld de vormgeving van lateien boven ramen. Gelijktijdig verspreidde zich ook de vormgeving van de Jugendstil, waar in met name bij de detaillering werd afgezien van historische vormen en waarbij een soepele sierlijke lijnvoering werd toegepast. De architecten van de woonhuizen in het Wilhelminapark waren ver trouwd met de vormgeving van de Hollandse Renaissance. Ze hanteer den hierbij overigens vaak eigen interpretaties. Maar deze bouwmeesters gaven er ook blijk van dat de 'moderne' details van de Jugendstil hen niet onberoerd lieten. Ze streefden er echter vooral naar gevelarchitectuur te ontwerpen die goed in de markt lag. De villa's staan meestal vrij dicht bij elkaar en dus werden de zij- en achtergevels minder belangrijk gevonden. De meeste aandacht richtte zich op de voorgevels. De welgestelde bewo ners wilden graag hun niveau bevestigd zien door de van buiten zichtba re allure van hun huis. De nieuwe vormen, als ze al werden toegepast, werden vaak toch weer gecombineerd met aan de neo-stijlen ontleende historische details zoals decoratieve topgevels, torentjes en andere verfraaiingen zoals de in Haar lem al in de 17e eeuw en later in de neo-renaissance vaak toegepaste hori zontale gevelbanden en 'blokjes' naast en boven de deuren en ramen. Haerlem Jaarboek 1999

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1999 | | pagina 118