Tekening uit de
achttiende eeuw
van de in 1772
afgebroken stad
huistoren (coll.
Kennemer Atlas).
gebarsten, die in 1428 was gegoten door Willam Butendije, Stevens vader,
die ook klokkenmaker was (en die in 1423 twee en in 1440 één klok goot
ten behoeve van de St. Bavo in Haarlem).1?) De stedelijke overheid
gebruikte de Banklok onder meer om het stadsbestuur bijeen te roepen.
De klok, opgehangen in een door de stad bekostigde klokkenstoel, gold
als symbool van de stedelijke vrijheid, wat bijvoorbeeld blijkt uit de
gewoonte om de klok in het spraakgebruik als synoniem te gebruiken
voor het rechtsprekend college (wie was aangeklaagd moest voer die
clocke komen). Op de klok in Utrecht stonden diverse teksten, zowel in
het Latijn als in de volkstaal. In het Middelnederlands was er onder meer
een spreukstrofe volgens het rijmpatroon aabccb waarin stadsbestuurders
worden aangesproken:
Haerlem Jaarboek 1999
—12—