MARIA BLOEMERS "W^ErdtUE. ter Begraeffenisghebeden, met JACOB JACOBSZ. de JONGE; Op de Marckt: Als Vrïendt in Huys te komen, met de Lange Mantel. GROOTE KEECK. Begrafenisbriefje voor het bijwonen van de begrafenis van Maria Bloemers, 1660 (Archiefdienst voor Kennemerland). baardragers verrichten hun functie in voorgeschreven rouwkleding. Die bestonden uit lange of korte rouwmantels en lamferszwarte linten die van de hoed afhingen. De stad kende al voor 1700 een officiële Rouw kamer waar dergelijke kleding kon worden gehuurd en waar ook een rouwkleed voor over de kist kon worden verkregen. Sinds 1726 was men zelfs verplicht om daar het lijkkleed te huren en alleen de gilden moch ten voor de begrafenis van hun leden nog hun eigen lijkkleed gebruiken. Het St Lucasgilde had ze in verschillende uitvoeringen. Uiteindelijk werd in 1773 besloten dat iedereen ook voor het huren van zijn rouwkleding verplicht was die van de Rouwkamer te betrekken en liet men de andere verhuurders van rouwkleding uitsterven. De opbrengst van die verhuur ging naar de Armhuizen. Voor het begraven van kinderen - een toen nog bijna dagelijks voorkomend verschijnsel - golden deze voorschriften niet. Kinderen konden zelfs onder de arm naar de begraafplaats worden gebracht, dat wil zeggen dat men het kistje zelf mocht dragen. De oude gewoonte dat de geburen de overledene naar het graf droe gen begon aan het einde van de 18de eeuw in sommige kringen in onbruik te raken door het nieuwe verschijnsel van uithalers: mannen die er hun beroep van maakten de kist naar het graf te dragen. Het gebruik werd toegestaan, mits men de oude gewoonte handhaafde om aan de geburen de gebruikelijke betaling voor de wettelijk voorgeschreven hulp te geven. De Hollandse overheid is altijd beducht geweest voor te grote luxe en overdadigheid van zijn onderdanen en probeerde daar maatregelen tegen te bedenken. In de 17de eeuw waren de grootse buurtmaaltijden al verbo- Tfgbcjis Sattrdegb den (5. "Nevemfrer, i 660. naer den Jitiddagh ten twee aren precijs. Weduwe van zalig. JAAP TEMMINCK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1999 | | pagina 147