LH OASf Gil- ft'f
jjfcH&rétnOff Ornamentenm mar m mmUr^mk,
(er fwjtfclték Manier
ibculvér
.Éndtr fjl.tfcLSt/ckt r
ycXi lyd^numicr
5 2UUCA5 GI LjD.
-149-
Het St Lucasgilde gebruikte voor het begraven van zijn doden eigen lijkkle
den over de kist. Afgebeeld zijn de ontwerpen voor een lijkkleed van een
schilder en een beeldhouwer (Archiefdienst voor Kennemerland, Gilden 219).
goede voorbeeld te geven.1'' Zij verbonden zich onderling om bij begrafe
nissen voortaan alleen maar korte rouwmantels te gebruiken en lamfers
van niet langer dan een halve el afhangend. Ook zouden zij hun perso
neel voortaan slechts halve rouw laten dragen. Of het goede voorbeeld
lange tijd heeft geduurd, weten we niet. Ook de oude gewoonte om met
de rouwstoet eenmaal om de begraafplaats heen te lopen, werd als luxe
veroordeeld en kostte sinds 1761 zes gulden.20'
Als de dag van de begrafenis daar was, haalden twee buren bij de kerk
de draagbaar af en zetten die voor het sterfhuis. Voor wie het chique
wilde doen was tegen dubbele betaling ook een dubbele baar mogelijk,
waarvoor meer dragers nodig waren. De bidder stond bij de deur en leid
de de genodigden naar binnen, waar de familie in hiërarchische volgorde
stond opgesteld, in rouwmantel met neergeslagen hoed waaraan lamfers
hingen. Die hingen in Haarlem niet verder dan de schouders of de heup.
Als iedereen de kans had gehad de overledene nog eenmaal te zien en
afscheid te nemen, sloot de bidder de kist en werd deze naar buiten
gedragen op de daar gereedstaande baar. Vervolgens werd vaak de roef,
een schuin dakvormig los deksel, met daarover het doodskleed op de kist
geplaatst en droegen de buren de baar naar kerk of kerkhof. Voor het
JAAP TEMMINCK