tect. Na het afronden van de lagere school doorliep hij eerst de Middelbare Technische School (mts) in Haarlem. Daarna volgde hij in Amsterdam een cursus Hoger Bouwkunst Onderricht en deed hij gedu rende vijf jaar praktijkervaring op bij verschillende architectenbureaus. Hij liep stage bij onder andere de architect A.P. Smits (1881-1957) in Aerdenhout en werd lid van de Bond van Nederlandse Architecten (bna). In deze vroege periode vervaardigde hij enkele fraai getekende studieop drachten voor villa's, woningbouwprojecten en andere bouwwerken, waaronder een imaginair plan voor een strandpaviljoen. Verder zette hij —172- enige grafische ontwerpen voor vlak- of wandversieringen op papier. Zijn loopbaan als zelfstandig architect startte hij in 1928. Jacques en zijn echtgenote verhuisden naar een middenstandswoning in het door de fameuze architect J.B. van Loghem ontworpen woningcomplex Tuinwijk- Zuid, ten zuiden van de Haarlemmerhout. In het huis dat zij betrokken was genoeg ruimte voor Jacques om er ook zijn bureau in te vestigen. Hij bleef er zijn hele leven wonen en werken. Katholicisme en Haarlemse geschiedenis Het katholicisme, de godsdienstige overtuiging van zijn familie, beteken de veel voor Jacques. Hij bezat een flinke verzameling boeken over dit onderwerp en had een speciale belangstelling voor heiligen, kerken en kathedralen. In Haarlem bracht hij zijn religieuze overtuiging ook in maatschappelijk verband in praktijk door zich in te zetten voor het soci aal-charitatieve en politieke katholieke leven. Zo werd hij in 1931 lid van de Sint Vincentius Vereniging, die zich bezighield met hulp aan katho lieke armen. Binnen deze vereniging ijverde hij voor de verspreiding van het lezen van goede boeken. Hij was bovendien actief in het Sint Francis- cus Liefdewerk, een andere katholieke liefdadigheidsorganisatie. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog verhoogde hij zijn maatschap pelijke inspanningen. Overtuigd van het nut van lezen als hij was, richt te hij in 1949 met enkele anderen de Katholieke Centrale voor Lectuur voorziening in Noord-Holland op (ook wel de Katholieke Provinciale Bibliotheek Centrale genoemd). Later werd hij ook voorzitter van deze instelling. In 1950 stond hij ook aan de wieg van de landelijke Katholieke Centrale voor Lectuurvoorziening. Verder was hij kerkmeester van de Spaarneparochie (oftewel de parochie van de H. Rozenkrans en H. Do- minicus). In deze hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor de restau ratie en versiering van de vroegere Spaarnekerk nabij de Langebrug, de bijbehorende parochieschool en het parochiehuis. In 1949 nam hij zitting in het bestuur van de Haarlemse Katholieke Vereniging voor het Gezin, Haerlem Jaarboek 1999

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1999 | | pagina 172