die in 1928 was opgericht. Een gevolg van zijn inspanningen in het ver band van deze vereniging was de oprichting van de Dekenale Jeugdraad Haarlem. Als architect bracht hij binnen deze organisatie verscheidene speeltuinen en speeltuinhuisjes in heel Haarlem tot stand. Ook was hij lid van de Dekenale Plancommissie. Een zeer belangrijke stap nam hij op 28 juni 1949 toen hij namens de Katholieke Volkspartij (icvp) toetrad tot de gemeenteraad van Haarlem. Eenentwintig jaar lang bekleedde hij zijn zetel. Zijn portefeuille als lid van de fractie bevatte, hoe kan het ook anders, cultuur en stedenbouw. Jacques had een grote belangstelling voor de geschiedenis, en meer in -i73- het bijzonder de geschiedenis zijn eigen familie en die van Haarlem. Een van zijn persoonlijke wapenfeiten is de samenstelling van de stambomen van zijn vaders familie, de familie van zijn moeder en de voorouders van zijn vrouw. Deze verschillende stambomen legde hij vast op één groot vel papier. Bijna in één oogopslag is zo het complexe familienetwerk zicht baar waar hij zelf deel van uit maakte. Een apart plekje in zijn hart koesterde hij voor de historie van Haarlem. Al op jonge leeftijd publiceerde hij een boekje over zijn thuis stad, simpelweg Haarlem getitelde Het geschrift was bedoeld, aldus de auteur in zijn inleiding, voor leken en had de vorm van 'een beknopt overzicht van de ontwikkeling van Haarlem en van alles wat er voor merkwaardigs aan en langs de straat te zien is'. De nogal feitelijke inhoud draagt het karakter van een vlot geschreven cultuurgids voor Haarlem en omstreken. Het is opmerkelijk, maar vanwege zijn vak wel verklaarbaar, dat er in het boekje naast de bekende historische bouwwerken ook enke le moderne Haarlemse gebouwen zijn afgebeeld, zoals het Sportfondsen- bad (1934—1935) en een paar gemeentelijke schoolgebouwen die om streeks 1930 gebouwd werden. In het laatste hoofdstuk 'Haarlem als woonstad' - brengt hij in twee zinnen onder woorden wat er volgens hem zo aantrekkelijk aan de Spaarnestad is: 'U kent Holland niet, als U Haar lem niet kent. En Haarlem kennen, is er van houden en er gaan wonen'. Zijn liefde voor Haarlem kwam in zijn latere leven ook tot uiting in zijn bemoeienis met de in de monumentenzorg werkzame Stichting Diogenes, waar hij bestuurslid van was.4' Ook op een meer persoonlijke manier gaf hij blijk van zijn geschied kundige belangstelling. Hij hield er bijvoorbeeld van de verschillende oude poortjes in Haarlem vast te leggen in gedetailleerd uitgewerkte teke ningen, die hij vervolgens cadeau deed aan zijn kleinkinderen. In een schrift plakte hij krantenknipsels over alles wat hem bezighield in ver band met architectuur, stedenbouw en aanverwante zaken. Deze verza meling laat zich lezen als een bloemlezing van zijn intellectuele interes- WIM DE WAGT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1999 | | pagina 173