'Als toneeldecorateur, of bouwer van "oud-Brussel", zou hij inder daad succes hebben, maar voor het bouwen van kerken en kloosters en woonhuizen en scholen in dezen tijd is toch een eerlijker grond slag noodig (...)'.l6) Van Velsen meent met andere woorden dat Kropholler bij zijn gebruik van historische stijlmiddelen te veel op effecten gericht is en de helder heid van de architectuur uit het oog verliest. Hieruit kan worden afgeleid dat logica, duidelijkheid en eenvoud voor de Haarlemse architect voor- -194- name uitgangspunten waren zonder dat ze de 'schoonheid' naar de ach tergrond mochten drukken. In dit theoretische opzicht toont hij zich een volgeling van H.P. Berlage (1856-1934), die hij zoals veel van zijn col lega's hoog had zitten. Van Berlage had hij diverse boekwerken in zijn kast.17' Dit vermoeden wordt versterkt door het korte krantenartikel dat hij schrijft naar aanleiding van het vertrek van architect Gijsbert Friedhoff. Friedhoff diende van 1937 tot 1946 de gemeente Haarlem als stadsarchi tect. Jacques typeerde Friedhoffs scholen in de Spaarnestad als 'stuk voor stuk gave voorbeelden van goed-verantwoorde Nederlandsche bouw kunst van dezen tijd'. Friedhoff (1892-1970) staat bekend als een van de meest invloedrijke pleitbezorgers van het academische traditionalisme. Hij combineerde op gereserveerde wijze eigentijdse bouwkundige con structies en materialen met traditionele stijlmiddelen, maar zonder hier een bepaalde godsdienstige overtuiging aan te verbinden. Hij streefde een geleidelijke vernieuwing van de architectuur na vanuit de traditie, in plaats van met deze te breken zoals sommige modernisten wilden. Dit maakt de bewondering van Jacques voor zijn werk begrijpelijk. Architectuuropvatting en bouwstijl 1948-1978 Van traditionalisme naar modernisme Na de oorlog gaat Van Velsen aanvankelijk verder op de middenweg tus sen vernieuwing en conventie. In de meeste van zijn naoorlogse bouw werken is de spanning tussen deze beide richtingen zichtbaar aanwezig. Gaandeweg worden zijn ontwerpen echter steeds zakelijker. Deze ten dens in zijn ontwerpwijze moet worden gezien tegen de achtergrond van de doorbraak van het modernisme in de architectuur en de gelijktijdige industrialisering van de bouwwereld, waarin steeds meer gebruik werd gemaakt van geprefabriceerde onderdelen. Het is niet na te gaan in hoe verre de beperkte omvang van bouwbudgetten van invloed is geweest op de versobering van bepaalde projecten. Er zijn geen artikelen van zijn Haerlem Jaarboek 1999

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1999 | | pagina 194