bovenwoningen zijn gestandaardiseerde gevelelementen toegepast. Nog
een stap verder in vergelijking met zijn eerdere woningprojecten doet hij
met het portiekflats en eengezinswoningen aan de Mr. Gerritszlaan en
omgeving, en de hiermee vergelijkbare stroken met flatwoningen aan de
Zijlweg. De gevelarchitectuur van deze projecten is vlak en zonder karak
teristieke, laat staan ornamentele onderdelen uitgevoerd. Een elementai
re geleding heeft Van Velsen gecreëerd door twee kleuren baksteen toe te
passen.
De woningprojecten die hij buiten Haarlem ontwerpt onderstrepen
-198- deze ontwikkeling naar een steeds grotere mate van zakelijkheid en
recht-toe-recht-aan architectuur. De complexen in Vlissingen bijvoor
beeld hebben nog schuine daken, een traditionele gevelopbouw en orna
mentele details. Daarentegen is de volumineuze galerijflat in Amsterdam-
Osdorp helemaal opgezet in systeembouw. Echter, door gebruik te ma
ken van een uitgekiende kleurstelling heeft Van Velsen toch een, zij het
zeer bescheiden, identiteit aan het flatgebouw weten te geven.
Daarentegen hebben Van Velsens schoolgebouwen uit de jaren vijftig
stuk voor stuk een traditioneel uiterlijk, dat passend werd geacht voor het
doel waarvoor zij opgericht werden, namelijk katholiek lager onderwijs.
De beide gebouwen aan de Geusevesperstraat en Roemer Visscherstraat
zijn volwassen manifestaties van de ontwikkeling die de architect met de
Woningbouw aan de Jacques Perklaan in Sinnevelt (coll. fam. Van Velsen).
Haerlem Jaarboek 1999