evenwicht wist te bereiken tussen vernieuwing en traditie. En zijn ont
werpen een herkenbare, passende identiteit wist te geven. Bij andere
nieuwbouwprojecten sloeg de balans door naar een te ver doorgevoerde
soberheid en matigheid, al dan niet onder invloed van beperkte bouw-
budgetten. Ook neigde hij soms teveel naar óf een gestandaardiseerde
zakelijkheid óf een naar historische stijlen verwijzende nostalgie.
Jacques was een architect met zowel gevoel voor de grote schaal, als
liefde voor het verfijnde detail. Een architect wiens zoektocht naar 'iden
titeit' en 'menselijkheid', helaas wel moest stranden in het tijdperk van
massawoningbouw, prefabricatie en efficiency. Toch werd hij om deze —207—
ideële uitgangspunten gerespecteerd. Toen hij afscheid nam als KVP-poli-
ticus schreef een journalist over hem:
'In zijn harde stem viel altijd de ondertoon van bewogenheid te
beluisteren. Hij kon heel literair en dan steeds romantisch uit de
hoek komen. Als hij over de Grote Markt sprak, het Bakenes en
vooral over de Heilige Landen raakte hij in vervoering. Over het
Spaarne kwam hij nooit uitgepraat, over de Haarlemmer Hout nog
minder. Die liefde voor zijn stad heeft hem geïnspireerd een actief
raadslid te zijn. Die stad was Haarlem, helemaal. Want Van Velsen
kende niet de beperkte begrenzing van de binnenstad. Toen in de na
oorlogse jaren Haarlem-Noord werd volgebouwd (Sinnevelt en
Delftwijk) heeft hij steeds gepleit voor een menselijke architectuur.
Hij deed dat opnieuw toen de polders van Schalkwijk werden volge-
zet. Niet zonder verdriet heeft hij moeten ervaren, dat het eeuwige
geldgebrek zijn idealen niet helemaal verwerkelijkt heeft.'
Goed, niet helemaal. Maar op z'n minst voor een deel.
Noten
1. Dit artikel is gebaseerd op een rapport dat ik schreef voor het Bureau Monu
mentenbeleid van de gemeente Haarlem over het Haarlemse werk van Van
Velsen, getiteld: Jacques van Velsen (igo2-iggo), architect te Haarlem,
'Schoonheid en nuttigheid', Aanzet tot een oeuvreonderzoek en waardebepa
ling van het Haarlemse werk, (Heemstede, april 1998). Aanleiding voor het
samenstellen van dit rapport was de overdracht van Van Velsens bureau
archief aan het Bureau Monumentenbeleid. De bouwtekeningen en schetsen
in dit archief zijn vastgelegd op microfiche. Voor het schrijven van het rap
port én dit artikel, is door mij onder meer gebruik gemaakt van knipsels uit
kranten en tijdschriften die Van Velsen tijdens zijn leven verzamelde in een
schrift. Waar bij het desbetreffende knipsel de bron is vermeld heb ik deze
WIM DE WAGT