van den tweeden comparants muur toe een geheele schoorsteen in den eersten comparant zijn sijkamer tot boven de goot toe en nog twee kassen in de zijkamer ook geheel in den ozingdrop verder in de binnekamer de bedsteede mede geheel in den ozingdrop tot tegen de muur van den tweeden comparant aan en alzo daar geen bewijsen van koop off ijgendom bij den eersten comparant waeren, zo wilden dog den tweeden comparant den eersten comparant het niet doen in trekken om daardoor den eersten comparant zijn huijs te benadeelen en op swaeren kosten te brengen, maar alles in het vriendelijke accordeeren en zig vergenoegen met de muur weder op zijn oude —223— plaats te zetten, mits dat den tweeden comparant de schoorsteen in zijn zijkamer mede in de plaats van den ozingdrop soude laten in schieten, dewelke daar mede ten allen tijden sal mogen blijven staan, zonder van den eersten zijn sijden off zijn successeurs ooijt sal kunne wegdoen neemen ofte enigsints benadeelen, maar sullen van beijde sijden van den eerste en tweeden comparnat alles zo mogen blijven zo van inschieten van de schoorstenen, bedsteede en het ankeren, zo als bij het timmeren is bevonden en verder niet; behoudende verder ieder zijn ijgen muur zo verre de opening van den ozingdrop strekt, waarvan zijn gemaakt twee eenluijdende contracten door beijde comparanten ondertekent in Haarlem den ie meij 1762." ursulastraat 13 (rijksmonument) Van het pand, dat dateert uit de 17e eeuw, was de voorgevel, een tuitgevel, in zeer slechte staat. Daar waar mogelijk zijn stenen in de gevel met behulp van een restauratiemortel aangeheeld, andere delen zijn ingeboet. Het voegwerk is volledig vervangen. De kozijnen in de voorgevel bleken dusdanig slecht dat de onderdorpels compleet moesten worden vervan gen, terwijl de kozijnstijlen konden worden aangescherft. Daarnaast zijn diverse ramen in de zij- en achtergevel vervangen en is al het zinkwerk vernieuwd. Alle foto's zijn gemaakt door Jos Fielmich. A.J. KRUIJER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1999 | | pagina 223