een fusie, aangebouwd bij het Kennemer Lyceum. Hier leerde zij Anton
Pieck, ook leraar op het Kennemer, kennen en waarderen.
Zij bleef thuis wonen om haar moeder die reuma had te kunnen ver
zorgen. Later, in 1957, heeft zij op school ontslag genomen om zich hele
maal aan die taak te wijden. Zij woonde toen al in Bloemendaal op de
Kweekduinweg, na eerst op de Zijlweg, in de Krullelaan en op
'Rustenburg' te hebben gewoond.
Er braken evenwel geen rustige jaren aan. In de eerste plaats bleef zij
bijlessen en conversatielessen Frans geven. Daarnaast werd dit het begin
van een groot aantal jaren actief zijn in het maatschappelijk leven. Cor -237-
Bal had namelijk inmiddels vele contacten buitenshuis en buiten de
school opgebouwd. In Haarlem was zij lid en secretaresse van de I.V.V.V.
en van 'Kerk en Vrede'. Zij werd lid en presidente van de Vereniging voor
Vrouwenbelangen en had kennis gemaakt met Gerda Kurtz, de latere ge
meentearchivaris in Haarlem, en met Joke Stoffels.
Het probleem van de huisvesting van de alleenstaande werkende
vrouw kreeg haar aandacht. Op verzoek van de afdeling Haarlem werd
in 1952 een landelijke commissie woongelegenheid opgericht, die een en
quête hield over de wensen van deze groep. De uitslag van die enquête
resulteerde in de oprichting in 1956, tezamen met vrouwenorganisaties in
Haarlem en de reeds bestaande flatstichting ekawo aan het Kenaupark,
van de stichting 'Eigen Burcht', waarvan Cor Bal vele jaren voorzitter
was. Aan de Zijlweg verscheen een mooi flatgebouw voor alleenstaande
werkende vrouwen.
Inmiddels had Cor al in 1948 en in 1951 zittingen van de Verenigde
Naties in Parijs bijgewoond. Door de oprichting van het Centrum voor
Internationale Lezingen heeft zij getracht de aandacht voor de vn in de
verschillende verenigingen te coördineren.
Vanaf de oprichting in 1956 van de afdeling Haarlem van de Voetgan
gersvereniging was zij hiervan lid. Later nam zij zitting in het hoofdbe
stuur. De oudere mens in het verkeer, een actie gladheidsbestrijding bij
bushaltes en bejaardenoorden hadden haar belangstelling, evenals het
creëren van veilige oversteekplaatsen bij scholen en het aan de kaak stel
len van verkeersonveilige situaties in het algemeen. Ook de gemeente
Bloemendaal heeft zij een stuk veiliger gemaakt, zo werd haar gezegd bij
haar afscheid als Bloemendaalse vertegenwoordiger van de voetgangers
vereniging in de Verkeerscommissie van de gemeente. Was zij in 1986 al
tot erelid van de afdeling Haarlem benoemd, in 1989 werd zij benoemd
tot erelid van de landelijke Voetgangersvereniging.
In 1990 ontving zij uit handen van de Minister van Verkeer en Water
staat de gouden eremedaille in de Orde van Oranje Nassau. Op menige
NECROLOGIEËN