Een veelzijdig mens
Zelfs na zijn afscheid van o c w in 1988 gingen zijn bemoeienissen met
het onderwijs gewoon door. Hij werd een veel gevraagd gast- en keyno
te-speaker op conferenties in binnen- en buitenland. Zijn boek met de
titel Vrijheid Rekenschap, dat ging over zelfevaluatie en externe evalu
atie in het voortgezet onderwijs (1992), bezorgde hem verschillende gast
docentschappen, niet alleen aan de universiteit van Amsterdam, maar
ook in Duitsland en Oostenrijk na de vertaling van zijn boek in het Duits.
Daardoor werd hij in die landen bekender dan in eigen land. Zo bekleed
de hij een vooraanstaande positie in de Bildungskommision van
NordRheinland-Westfalen, die enkele jaren geleden het monumentale
werk Zukunft der Bïldung/Schule der Zukunft (Dusseldorf 1995) tot
stand bracht.
Theo was een nogal ongedurig persoon, die niet te lang op een plaats
kon blijven. Vandaar zijn vele buitenlandse reizen waarvan hij, als we
hem spraken, uitgebreid verslag deed. Ik herinner me nog dat hij na een
reis door Indonesië ons uitnodigde om zijn dia's te komen bekijken, het
geen we uiteraard met de nodige tegenzin deden. Vakantiekiekjes zijn n.l.
alleen leuk voor degenen die ze heeft gemaakt en voor wie er op staat.
Maar dat gold niet voor de foto's van Theo. Op zijn dia's met overvloei
ers en ingesproken commentaar, met inheemse muziekfragmenten, was
op indringende wijze het dagelijkse leven te zien in dit enorme land.
Nooit zag ik eerder van een amateurfotograaf zo'n indringend reisverslag.
Om dat te kunnen, moet je goed kunnen kijken en zien wat minder
begaafde fotografen dan Theo niet opmerken.
Wie hem goed heeft gekend, kan niet anders dan bewondering hebben
voor deze veelzijdige man. Ook op ander cultureel gebied was Theo
actief. Hij werkte op het Goois Lyceum als tekstschrijver mee aan caba
retvoorstellingen. Hij heeft mij eens de tekst van een liedje laten lezen dat
hij had geschreven en door een leerling had laten zingen. Het was een
mooi en gevoelig liedje. Ook dat was één van zijn creatieve kanten.
Tijdens een bezoek aan de Lanckhorstlaan kon het gebeuren dat we
werden meegetroond naar de kamer waar zijn prachtige geluidsinstalla
tie stond. Hij liet daar dan zijn meest geliefde liedjes horen waaronder die
van Nederlandse cabaretiers en zangers, maar hij had ook veel Frans
repertoire. Een van zijn lievelingszangers was Yves Duteil. Terecht, want
die schreef en zong prachtige chansons. Eén daarvan is het liedje met de
kernachtige vraag waarop alle achterblijvers best een antwoord zouden
willen hebben.
'Qu'y a-t-il après? Wat is er hierna? Wat gebeurt er met ons als we
onze ogen hebben gesloten?' Een tekst met meer vragen dan antwoor
den, precies zoals het ons in ons leven vergaat.
Haerlem Jaarboek 1999