hij dikwijls gevraagd voor rollen in tv-series. Zo trad hij op in Goede
Tijden Slechte Tijden, Baantjer en Onderweg naar morgen. Maar het
toneel had zijn hart. En opeens stond hij temidden van beroepsacteurs.
Hij was al 55 jaar, toen hij werd ontdekt door de Pools-Nederlandse regis
seur Joanna Bilska. Zij leidde het Haarlems Toneel, een beroepsgezel
schap dat met vallen en opstaan heel mooie dingen tot stand bracht, maar
dat nu niet meer bestaat. Bilska zag hem spelen als amateur bij de
Letterlievende Vereniging J.J. Cremer en begreep dat daar een natuurta
lent bezig was. Ze vroeg hem een rol te spelen in Schuld en boete van
Dostojevski. Joanna Bilska: 'Toen ik Freek zag, dacht ik: dat is bijzonder. -253-
In het begin was hij bij ons temidden van de beroepsmensen "het natuur
talent", dat frank en vrij en ongeremd zijn gang ging. Maar hij leerde snel
en in korte tijd werd hij een goed acteur. Daar komt nog bij dat hij een
buitengewoon prettige man was met altijd aandacht voor iedereen.'
Bij het Haarlems Toneel ontmoette Freek belangrijke mensen uit die
beroepswereld. Met Ton Lutz stond hij in Rembrandt was mijn buurman.
Verder ontmoette hij er Ton van Duinhoven, Jules Croiset, Paul Cammer-
mans en Ellen Vogel, om er enkelen te noemen. Hij speelde in Arcadia
van Tom Stoppard, in De laatste dans van Mrozeck, en in Moord in de
kathedraal, dat Bilska op lokatie in de Grote St. Bavo uitbracht. Nooit
zal ik zijn schitterende zwijgende rol vergeten als de lugubere knecht in
Albert Camus' stuk Het Misverstand, waarin hij naast Ellen Vogel stond.
Als hij met afgemeten passen dreigend over het toneel liep kraakten zijn
schoenen op zo'n manier, dat er een huiveringwekkende sfeer door werd
opgeroepen, die geheel in dit sinistere stuk paste.
Freek mocht in het leven graag sterk aanwezig zijn. Zijn stentorstem
bracht dat mee, zijn gulle, aanstekelijke lach, maar op het toneel over
dreef hij niet, daar speelde hij met een geweldige intensiteit alle subtili
teiten die hij in een rol kon aanbrengen. Of dat nou bij het amateurtoneel
was, bij Cremer of in zijn jaarlijkse hoedanigheid als Sinterklaas. Want
ook dat deed hij tientallen jaren met grote gretigheid, samen met zijn
vrienden van Cremer. Als sint bracht hij ooit vanaf de daken van de Jan
van Goyenstraat in Heemstede een ware community singing tot stand.
De ontdekking van zijn talent voor toneel leverde hem ook nog een
even bescheiden als indrukwekkende rol op in The Westside Story, waar
in hij de vredestichter Doe speelde. Zes avonden per week reed hij naar
een theater, ergens in het land en veelvuldig naar Carré, om tweemaal
enkele minuten zijn krachten op het toneel te geven. Knap, zoals hij daar
mee toch indruk wist te maken. Al die avonden deed hij dat met plezier.
En over zijn leven, dat zich eigenlijk in het patroon van een grillige kalei-
doscoop heeft voltrokken, sprak hij in een interview in deze krant eens
een schitterende momentopname uit:
NECROLOGIEËN