ten Zaandam, Leiden, Den Haag en Delft. Dat was in elk geval al een
zustergemeente meer dan gebruikelijk. Achter de uitnodiging van Delft
vermoedde Durer boze opzet. Maar de convocaties waren uitgegaan van
Amsterdam en Durer legde zich er na enig morren bij neer.10' De proce
dure bij het college van afgevaardigden zag zich vanaf het begin gehan
dicapt door een probleem dat bij alle aspecten van het conflict een rol
speelde: gebrek aan getuigen. Namens het consistorie kon alleen Brou
wer als getuige optreden omdat uitsluitend in een gesprek met hem Durer
zou hebben gezegd niet in de alomtegenwoordigheid te geloven.
-28- Christus' alomtegenwoordigheid, ook wel met de term ubiquiteit aan
geduid, was een belangrijk leerstuk in de Lutherse kerk. Simpel gezegd
ging het over de vraag of Christus zowel in de hemel als op aarde tegelij
kertijd aanwezig was. Maar omdat Christus naast een menselijke een
goddelijke natuur in zich verenigde, werd de vraag al snel minder simpel.
Als deel van het goddelijke vervulde hij het heelal met zijn aanwezigheid
en was dus alomtegenwoordig in de meest letterlijke zin van dat woord.
Maar gold dit ook voor de menselijke natuur van Christus? Was die ook
overal aanwezig?
In de Lutherse kerk beleed men dat Christus in elk geval in de Avond
maalsviering in zijn menselijke natuur aanwezig was en tegelijkertijd in
de Hemel zetelde. Dus zowel in de hemel als op aarde en onder meer
omdat Avondmaalsvieringen op vele plaatsen tegelijk werden gehouden
in die zin alomtegenwoordig. Sommige hervormden, die deze opvatting
niet deelden, dreven hiermee wel de spot. 'Ick ben geene Luyteraen'
wilde zoveel zeggen als: ik kan niet op twee plaatsen tegelijk aanwezig
zijn.
Durers opponent Brouwer zag in deze kwestie geen verschil in de god
delijke en menselijke natuur van Christus. Alomtegenwoordig wilde voor
hem zeggen: letterlijk overal en in ieder geval op aarde. Hij beriep zich in
dezen op een van de belangrijkste Lutherse geschriften, de zogenaamde
Formula Concordiae. In dit uit 1577 stemmende geschrift werden uitspra
ken gedaan over talrijke verschillen van mening over leerstukken die tus
sen Duitse Lutherse theologen in de zestiende eeuw aan de orde waren.
In de Formula werd inderdaad een vrij brede interpretatie aan de alom
tegenwoordigheid gegeven. Bovendien werden predikanten in Nederland
beroepen met de plicht zich in hun geloofsverkondiging aan de Formula
te houden.11'
Durer moest zich nader verklaren. Volgens hem had hij tegen Brouwer
eigenlijk alleen maar gezegd dat er vele als goed Lutheraan bekend staan
de geleerden waren die bij een vergaande interpretatie van de alomtegen
woordigheid grote vraagtekens plaatsten. Daarnaast werd het gezag van
Haerlem Jaarboek 1999