gekondigd. Durer wenst die daarom noch te erkennen, noch te ontken
nen.12' Desgewenst wilde hij best verklaren zich in zijn prediking en cate
chisatie aan de uitspraken van de Formula te houden, maar dat had hij
tot dan toe ook immer gedaan.
Brouwer en de rest van het consistorie hingen de overtuiging aan dat
Durer wel degelijk de alomtegenwoordigheid had ontkend. Zij zagen in
de verklaring van Durer tegenover het college van afgevaardigden een
herroeping van dit standpunt en eisten dat Durer hierover in een specia
le kerkdienst zou preken. Durer weigerde aangezien hij in zijn prediking
zich altijd aan de Formula had gehouden en dus niets te herroepen had. -31-
Bij de afhandeling van dit punt in de volgende zitting van het college
van afgevaardigden bleek dat de afvaardiging van Amsterdam Durers ver
klaring zonder meer accepteerde en dat deze 'op sijne sincere
Verklaringe niet kan uyt de Fraterniteyt gestoten werden'. De andere
gemeenten leken geloof te hechten aan Brouwers weergave van het
befaamde gesprek en zij zagen in Durers verklaring ook een herroeping
van een dwaling, maar dit eenmaal gedaan zijnde kon Durer in zijn ambt
getolereerd worden. Hij moest deze herroeping wel in het openbaar
bevestigen.15' Zo althans, werd dit standpunt opgetekend in de notulen.
Durer was woedend over deze weergave van het besprokene: 'getolereert,
't is maer uyt gunst van dese Heeren uyt genade en niet uyt verdienst!'
Volgens hem was tot tweemaal toe op zijn vraag door het college beves
tigd dat de kwestie van de leer hiermee was afgedaan en er dus van open
bare herroeping geen sprake kon zijn.1»
In de praktijk was de kwestie hiermee inderdaad afgedaan. Het Haar
lemse consistorie eiste nog wel van Durer dat hij in het openbaar zou ver
kondigen dat de alomtegenwoordigheid een fundamenteel artikel in de
Lutherse geloofsleer was, maar Durer weigerde dat. Hij had immers in
zijn verweer aangetoond dat vele goede Lutherse geleerden verschillend
dachten over deze kwestie. In dat geval kwam het hem onzinnig voor van
een fundamenteel artikel te spreken.
'de saeck van de meyt'
Op dezelfde vergadering van het consistorie waarin Durer voor het eerst
hoorde welke beschuldigingen tegen hem werden geuit, werd besloten 'de
saeck van de meyt' aan de bron, bij Jantien Matthijs in Hasselt, te gaan
onderzoeken. Durer stelde voor daarheen af te reizen en op zijn kosten
een ouderling mee te nemen. Volgens Brouwer echter moest het consis
torie een onwillige Durer daartoe herhaald en liefdevol aanmanen.15'
Nadat Durer de vergadering van het consistorie had verlaten, zou aldaar
JAAP VOGEL