over de levenswandel van predikanten en kon daar eventueel maatrege len aan verbinden. Het college vroeg en kreeg een privé-audiëntie bij bur gemeester Fabricius en deze zou verzekerd hebben dat de vroedschap wel genegen was de zaak aan haar over te laten. Volgens Durer was daar nooit sprake van geweest en was het onbehoorlijk iets anders te suggere ren. Maar voor het doen van een uitspraak had het college van gedelegeer den de toestemming van de Haarlemse magistraten niet nodig. Die had den overigens weer wel de bevoegdheid eventuele maatregelen ten aan zien van Durer ongedaan te maken, en van die bevoegdheid zouden ze uiteindelijk gebruik maken. De uitspraak van het college van gedelegeerden over Durers levens wandel gaf dezelfde stemverhouding te zien als die over zijn (onrecht zinnigheid in de leer. De gedelegeerden van Amsterdam kwamen na rug gespraak met hun consistorie tot de conclusie dat het gepresenteerde bewijsmateriaal onvoldoende was om Durer uit zijn ambt te ontzetten. De vier overige delegaties daarentegen meenden dat op Durer de plicht rustte om zich te 'purgeren van de blaem van de meyt' en nu hij dat had nagelaten moest hij geschorst blijven, maar had hij het recht in beroep te gaan bij de classis. Durers reactie op deze uitspraak was bitter en cynisch. Tegenover het college had hij verklaard dat er tussen hem en Jantien Matthijs niets was gepasseerd dat het daglicht niet kon verdragen en die verklaring werd in eerste instantie door haar bevestigd. Dat ze later tegenover anderen die verklaring had herroepen, discrediteerde haar in zijn ogen onherroepe lijk, terwijl hij over de betrouwbaarheid van de rapporteurs zo zijn beden kingen had. Moest in dat geval aan zijn woord getwijfeld worden? De hele zaak berustte immers op horen zeggen. Hetzelfde gold voor de beschuldigingen waarop ik niet nader ben in gegaan en die in de geschriften van Durer en Brouwer ook veel korter werden afgedaan. Geen der vrouwen die Durer onheus zou hebben beje gend had zich bekend gemaakt, dus ook hier slechts beschuldigingen uit de tweede hand. Het verhaal over de doodslag die hij op zijn geweten zou hebben, zou hij zelf ooit in de wereld hebben gebracht. Maar ook dat was natuurlijk niet waar. Hij had ooit te paard moeten vluchten voor woe dende herdershonden en een vrouw dreigde hem de weg te versperren door een slagboom te laten zakken. Hij had haar met zijn pistool een tik op de arm gegeven om dat te voorkomen. Bovendien: dachten ze wel dat hij gek was en in het openbaar zou verkondigen dat hij, een predikant, schuldig was aan een doodslag? Zouden de autoriteiten een eventuele doodslag niet hebben onderzocht en zou er dan niet veel meer over bekend zijn? JAAP VOGEL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1999 | | pagina 35