met zedenzaken ook nu nog vaak het geval is: er zijn er maar twee die de
toedracht kennen. Als hun verklaringen elkaar tegenspreken, en er is ver
der geen bewijsmateriaal beschikbaar, is die toedracht voor derden niet
meer te reconstrueren. Waarschijnlijk is het verstandig ons gewoon neer
te leggen bij het oordeel van de schepenen en ons te buigen over vraag
stukken die minstens zo interessant zijn en waarover heel wat meer te
zeggen valt. Wat was de achtergrond van de enorme heftigheid waarmee
de partijen elkaar in het openbaar te lijf gingen? Was de soms van haat
getuigende toon waarmee Brouwer, namens het consistorie, en Durer
elkaar in de haren vlogen strikt persoonlijk, of waren daar ook meer
onpersoonlijke algemene redenen voor?
Een geloofsgemeenschap onder spanning
Hieronymus Durer was geboren in Glückstadt, nabij Hamburg. Aldaar
werd hij gedoopt op 23 december 1641.2,1 Hij ontving zijn opleiding aan
een Lutherse universiteit in Duitsland. Het is jammer genoeg niet bekend
welke dat was, anders zouden we iets meer kunnen zeggen over de ach
tergrond van zijn opvattingen over de Lutherse geloofsleer. In 1671 kwam
hij naar Nederland. Voordat hij in 1673 in Haarlem aantrad, diende hij in
elk geval een half jaar als vervangend predikant in Utrecht. Ook in
Haarlem begon hij eerst als tijdelijke voorziening in de vacature die ont
stond na het overlijden van dominee Meyer. Toen in het begin van 1674
de andere vaste predikant, Johannes Artopeus eveneens overleed, werd
Durer beroepen en op 15 maart ingezegend. Naar zijn eigen zeggen
gebeurde dat op aandringen van de gemeente en een deel van het con
sistorie, maar eigenlijk tegen de zin van andere leden van dit kerkbestuur.
Ook naar eigen zeggen heeft Durer het met zijn consistorie nooit kun
nen vinden. Toen hij in 1673 in Haarlem kwam, vond hij de kerkgemeen
te in een bedroevende staat. Er heerste geen discipline, geen tucht en er
waren lidmaten die in geen jaren het Heilig Avondmaal hadden bijge
woond. Voor dit alles was met name het consistorie verantwoordelijk:
'En 't is licht te gedencken hoedaenig dat het in sulcken Gemeente
moet gestelt zijn daer de meeste disordres en ergernissen meest van
de Hoofden voort komen; en daer een predicant niet meer te seggen
heeft als een Jonge die een half Vat t'huys brengt'.22»
Met deze uitspraak gaf Durer haarfijn aan waar voor hem de schoen
wrong. In een Lutherse gemeente in Nederland was de predikant feitelijk
de ondergeschikte van een kerkbestuur dat voortkwam uit plaatselijke
JAAP VOGEL