Brouwer vermoedelijk gelijk had dat Durer in persoonlijke contacten bui
tengewoon arrogant kon zijn en veel irritatie kon oproepen. Verschilende
hierboven aangehaalde citaten, ook van Durer zelf, maken dit wel duide
lijk genoeg. De feitelijke beschuldigingen aan het adres van Durer bleken
onbewijsbaar, het conflict dat op die beschuldigingen volgde legde de
spanningen bloot waarin een geloofsgemeenschap met een niet-
Nederlandse achtergrond kwam te verkeren in het moeizame aanpas
singsproces aan Nederlandse tradities en verhoudingen.
-44- Afwikkeling en nasleep
Nadat Durer door de magistraten van Haarlem in het gelijk gesteld was
en in zijn ambt als predikant herbevestigd, werd hij natuurlijk niet door
het consistorie omarmd. Er is een duidelijke aanwijzing dat hij met zijn
volgelingen, vermoedelijk in het kerkgebouw van de Lutherse gemeente,
afzonderlijke diensten ging houden. Die toestand dreigde op een scheu
ring in de gemeente uit te lopen en vermoedelijk hebben burgemeesters
en schepenen een oproep gedaan om tot verzoening te komen. In een
memorandum voor deze magistraten doen volgelingen van Durer kond
van het verloop van pogingen hunnerzijds om de partijen tot elkaar te
brengen. Maar het consistorie traineerde de zaak en weigerde uiteinde
lijk. Daarna werd een en ander op de spits gedreven. Durers volgelingen
zouden, indien nodig met instemming van burgemeesters en schepenen,
de gegroeide toestand van tweedeling wel willen continueren. Ze zouden
dan hun eigen tijdstippen krijgen om in de kerk diensten te houden, eigen
collecten mogen houden, zelf hun predikant betalen en zelfs een eigen
aandeel krijgen in de Lutherse armenzorg. Kortom: een definitieve scheu
ring stond voor de deur.39) Terzijde zij opgemerkt dat hoewel we over het
aantal volgelingen van Durer in het duister tasten, dezen zich dus wel in
staat achten om zijn jaarsalaris van 800 gulden op te brengen en daar
naast dachten voor hun eigen armen te kunnen zorgen. Waarbij het
tevens aantekening verdient te noteren dat in deze voorstellen het con
sistorie voor de kosten van het instandhouden van de kerkelijke goede
ren, lees het kerkgebouw, moest opdraaien. Er werd dus druk op de ketel
gezet.
Daarna ging alles vrij snel. Door bemiddeling van Spitzius voor het
consistorie en de Amsterdamse predikant Colerus namens Durer werden
de partijen in gesprek gebracht. In een notariële acte, voor notaris Massa
gepasseerd op 22 juni 1684, verklaarde Durer zich bereid zijn ambt neer
te leggen en op 2 juli een tot vrede strekkende afscheidspredikatie te hou
den. Zijn achterstallig traktement zou worden betaald, daarboven kreeg
Haerlem Jaarboek 1999