kwekersvak. Ook kreeg hij onderricht van de toen bekende botanicus
professor C.A.J.A. Oudemans.2»
Na enige tijd werkzaam te zijn geweest bij het Haarlemse kwekersbe-
drijf A.C. van Eeden Co. kocht Van Tubergen in 1868 Zwanenburg.
Eigenlijk bij toeval, want de oorspronkelijke koper was er op een open
bare veiling 'aan blijven zitten' en wilde wel van zijn nieuwe bezit af. Van
Tubergen, die getipt was over het reeds geveilde object, nam contact op
met de nieuwe koper en werd zo de nieuwe eigenaar. Hij begon op het
terrein een tuinbouwbedrijf en bollenkwekerij. Hij bleef ongehuwd en in
1882 kwam een neef in de firma, J.M.C. Hoog, eerste telg van de familie -53-
die later eigenaar van het bedrijf zou worden. In 1890 voegde Th. M.
Hoog zich als firmant bij het bedrijf. Mede dankzij zijn inzet werden
nieuwe bolrassen ontwikkeld, en hij verbeterde bestaande. Ook waren er
uitgebreide contacten met het buitenland. Naast de export van bloem
bollen hield men zich bezig met het zoeken naar nieuwe en onbekende
variëteiten. Daartoe had het bedrijf contacten met botanisten in Rusland
en Azië die op aanwijzing van J.M.C. Hoog naar voor die tijd onbekende
bolgewassen zochten. Mede hierdoor verkreeg het bedrijf wereldbekend
heid.
Het succes deed Van Tubergen zoeken naar uitbreidingsmogelijkhe
den voor het bedrijf. Zo kocht men o.a. in 1894 het buitenverblijf Man-
padshoek aan de Wagenweg te Heemstede. De gronden werden gebruikt
Toegang tot de bloemkwekerij van de firma C.G. van Tubergen, 1928 (foto
Kennemer Atlas).
G.L. SLIEKER