Slot Grootste vraag blijft voor ons natuurlijk het waarheidsgehalte van Beets' opstel. In artikelen over de koepel Vaartzicht en de bebouwing op het terrein wordt regelmatig naar de Camera verwezen. De Vereniging Haerlem schrijft in haar jaarboek 1987 dat de koepel in de Camera Obscura vermeld wordt. Ook in de nieuwste, geannoteerde, Camera-uit gave (1998) wordt de koepel als dusdanig geïdentificeerd. Helaas voor alle chauvinistische Haarlemmers is mij uit de Beets-literatuur die ik heb -62- bestudeerd niets bekend dat de Vaartzicht-theorie steunt. Als geboren Haarlemmer zal Beets Vaartzicht zeker gekend hebben. Hij passeerde als student het gebouw bovendien vele malen met de trek schuit op weg van of naar Leiden. En het is misschien aardig zich voor te stellen hoe hij in het voorbijgaan, op een warme zomerdag, uit een open staand raam flarden van een klein gezinsdrama opving en daar onderweg naar Leiden al mijmerend een verhaal rond bedacht. Bovendien gaf zijn vader, die apotheker was, tevens les op de in Haarlem gevestigde School voor Schei-, Artsenij-, en Kruidkunde en was hij lid van twee commissies op medisch gebied. Wellicht heeft Beets langs deze weg contact gekregen met Van Herwerden, de arts die zoals we zagen in 1839 eigenaar van Vaartzicht werd. Overigens was Beets niet onbekend met het verschijnsel theekoepel. De Leidse hoogleraar J.H. Van der Palm, grootvader van Beets' verloof de Aleide van Foreest, bezat een buitentje met koepel te Zoeterwoude dat hij in 1821 had gekocht. En het is best mogelijk dat Beets daar wel eens is geweest en de gezinsperikelen heeft ervaren. Een andere grond voor le gendevorming kan de vermelding zijn van de reeks namen die Mr. H.J. Bruis opmerkte tijdens zijn tocht door de Meesterjorislaan. Daaronder was ook Vaartzicht. De 'Camera- legende' werd overigens nog zeer lang en hardnekkig volgehouden. Al in 1915 stelde Visser 't Hooft in zijn boek je De Student Beets dat de koepel door de firma Van Tubergen 'omwille van deze overlevering' in stand is gehouden. En in een in 1918 verschenen jubileumboekje ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de firma Van Tubergen werd Vaartzicht nog omschreven als de koepel uit Hildebrand's verhaal Hoe Warm Het Was en Hoe Ver (overigens de titel van het eerste hoofdstuk van het opstel Een Oude KennisVerder wordt er in Beets' opstel twee keer melding gemaakt van een passerende trek schuit. Dit, en de ligging van Vaartzicht kunnen Beets geïnspireerd heb ben bij het schrijven van zijn opstel. Haerlem Jaarboek 1999

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1999 | | pagina 62