spoorlijn. Omdat België een minder goede infrastructuur dan Nederland
met zijn grote rivieren kende, hoopte het land met de introductie van de
spoorwegen uit haar isolement te raken. Toen ook in Duitsland en
Frankrijk de eerste spoorwegen werden gerealiseerd kon een discussie
over de noodzaak ervan in Nederland niet langer uitblijven.
Er viel met name bij de plattelandsbevolking veel weerstand te ver
wachten.21 De rails zouden de landerijen doorsnijden en men zou veel
hinder van de rook en stank van de locomotieven ondervinden. Daar
naast zouden wegspattende vonken brand kunnen veroorzaken of de
-66- koeien zouden van schrik geen melk meer geven. Om die redenen meen
de men aanvankelijk schuttingen te moeten zetten op een aantal plaatsen
langs het spoorwegtraject tussen Amsterdam en Haarlem, die straat- en
spoorweg visueel van elkaar moesten scheiden. Dat gebeurde bijvoor
beeld ter hoogte van Halfweg, zodat paarden op de straatweg niet van de
trein zouden schrikken. En bovendien werd de treinpassagiers zo 'het
ijsingwekkend gesight' op het water van het Haarlemmermeer aan de ene
zijde en het IJ aan de andere zijde ontnomen.5' Maar ook voor de gezond
heid van de reizigers werd gevreesd. In de open rijtuigen van de goed-
Plattegrond van Haarlem met ingetekend de diverse spoorlijnen, ca. 1906
(coll. Kennemer Atlas).
V'
Haerlem Jaarboek 1999
W fitr I IA Alil.K M«w
Schaal van
X
x,
•4