(1891-1979)- Het huwelijk eindigde in 1907 in een scheiding. Pieter her
trouwde met Sjoukje Oosterbaan en Sjoukje Troelstra wijdde haar leven
verder aan de opvoeding van haar kinderen en aan het schrijven van en
over kinderboeken.
Schrijverschap
Sjoukje Bokma de Boer was in 1887, een jaar voor haar huwelijk, als Fries
schrijfster gedebuteerd met een bundeltje vertalingen van Duitse sprook-
-104- jes onder de titel Teltsjes yn skimerjoun (Verhaaltjes in het schemeruur).
Met haar pseudoniem 'Nynke fen (later fan/van) Hichtum', dat ze sinds
dien vrijwel altijd gebruikte, wilde ze twee vrouwen die Nynke (de Friese
vleivorm voor Tryntsje/Trijntje) heetten, eren, omdat die haar in haar
kinderjaren met hun verhalen de liefde voor het vertellen hadden bijge
bracht. Overigens was ook haar vader een goed verteller. 'Van Hichtum'
heeft ze er naar eigen zeggen aan toegvoegd, omdat dat wel aardig klonk.
Had ze als jonge vrouw en moeder geestdriftig meegewerkt aan For
Hüs en Hiem, het Friese familieblad dat haar man redigeerde met behulp
van T.E. Halbertsma, na de geboorte van haar zoon was ze een tijdlang
te ziek en te zwak om tot schrijven te kunnen komen.
Toen ze trouwden, was Troelstra advocaat en procureur in Leeuwar
den, wat hij bleef tot 1893, toen hij zowel zijn advocatenkantoor als de
redactie van zijn krant naar Amsterdam overbracht. Dat hij in zijn
geboorteplaats geen toekomst meer zag, kwam door het feit, dat hij in
1890 besloten had zich in te gaan zetten voor de arbeidersbeweging. Zijn
keuze voor een loopbaan in de politiek betekende - behalve een enorme
terugval in zijn tot dan toe glanzende carrière als advocaat - (voorlopig)
ook het einde van zijn dichterschap. De spanning die Troelstra's nieuwe
werk meebracht en de veel armoediger omstandigheden waarin ze daar
door kwam te verkeren, hebben Sjoukjes ernstige psychische klachten
ongetwijfeld mede veroorzaakt.
Omstreeks de eeuwwisseling begon ze, gestimuleerd door Nellie van
Kol, opnieuw met schrijven, maar nu in het Nederlands. Ze publiceerde
twee boeken over jonge eskimo's en drie over kafferkinderen. Voor haar
'authentieke' beschrijvingen van het leven in het hoge noorden en in
Afrika kreeg ze veel lof toegezwaaid. Na haar grote succes met Afke's
Tiental, waarover hieronder meer, heeft ze door problemen in haar per
soonlijk leven een hele tijd niet veel groot werk meer kunnen maken. Wel
schreef ze veel over kinderliteratuur, vertaalde ze werk van collega's en
verzamelde en bewerkte ze sprookjes uit vele landen. Pas na de dood van
haar man in 1930 schreef ze weer oorspronkelijk werk in de trant van
Haerlem Jaarboek 2001