Huwelijksvoltrekkingen door de notaris tijdens de Opstand
Na het beleg van de stad door de Spanjaarden hebben Haarlemse nota
rissen kortstondig de bijzondere taak van huwelijksvoltrekkingen op zich
genomen. In 1578 en 1579 werd door notaris Michiel Jansz. van Woerden
tweemaal in zijn huis genaamd 'Het Haarlemse Wapen' in de Lange
Begijnestraat een huwelijk buiten de gereformeerde en de katholieke
kerk om gesloten. In bijzijn van twee getuigen (meestal schepenen) ver
bond ook notaris Henric Quirijnsz. Talesius aan de Crayenhorstergracht
-126- (tegenwoordig Nassaulaan) in de periode 1582-1584 zeven paren in de
echt. Deze huwlijksvoltrekkingen moesten dan wel eerst op het stadhuis
worden aangemeld en vervolgens drie maal in het openbaar afgekondigd
zijn. Zodoende konden bijvoorbeeld doopsgezinden en lutheranen toch
nog in het 'openbaar' voor de notaris trouwen. Als bekleder van een
openbaar ambt kon de notaris hun huwelijk 'solemniseren' (bevestigen of
legaliseren).
Nadien zijn als gevolg van de uitgestelde officiële afkondiging van de
Politieke Ordonnantie van de Staten van Holland en West-Friesland van
1 april 1580 in de stad geen huwelijksvoltrekkingen voor Haarlemse nota
rissen meer bekend.15
(Hoofd)functies in de katholieke kerk tijdens de Opstand
Van notaris Henric Quirijnsz. Talesius, die tevens pastoor van
Spaarndam was, vermoedt men dat hij omstreeks 1570 als een van de wei
nige laat zestiende-eeuwse openbare, keizerlijke notarissen vanuit zijn
huis in de Damstraat zijn eerste akten heeft verleden. Evenals notaris
Wouter Crousen senior ondertekende Talesius zijn akten met een verwij
zing naar de keizerlijke autoriteit door wiens gemachtigde hij immers was
aangesteld. De tijdgenoten Willem Triere en Hugo Steyn vermelden in
hun testamenten de naam van de regerende keizer. De geestelijken Jan
Dircxz. Stekelwerf en Jaspar Pietersz. van Stolwijck lieten geen protocol
len achter. Maar omdat hun namen niet in de admissieregisters van de
openbare notarissen in het archief van het Hof van Holland voorkomen
zullen zij waarschijnlijk ook keizerlijke notarissen zijn geweest.
Talesius, die zijn priesteropleiding in Leuven had gekregen, stamde uit
een streng-katholieke familie, die zijn oorsprong in de Haarlemse laken
handel en -weverij vond. Zijn vader protonotaris Quirijn Dirksz. had de
bijnaam Talesius verkregen toen hij in Basel aan Erasmus, bij wie hij als
secretaris in dienst was geweest, een uit Haarlem opgezonden laken had
geschonken. Talesius is de. Griekse benaming voor wolbereider of laken-
Haerlem Jaarboek 2001