stadsbestuur en trad op als kiescollege voor de hogere stedelijke en gewestelijke bestuurlijke ambten. Zij vulde zichzelf door coöptatie aan en men werd voor het leven benoemd. Voor de meeste notarissen gold dat voor hen geen kans op een vroedschapszetel was weggelegd, omdat deze als gevolg van allerlei huwelijksbanden in handen waren gekomen van een beperkt aantal rijke families. Daardoor was een oligarchische be stuursvorm ontstaan. Het notariaat was op zichzelf dus beslist geen mid del om tot het regentenpatriciaat door te stoten. Ook tot de regentensfeer behoorden de drie en later vier stadssecreta rissen, die de stedelijke administratie (verslaglegging en correspondentie) -129- verzorgden. Als gevolg van de aard van deze werkzaamheden vormde het notariaat een aantrekkelijke nevenfunctie naast het secretarisambt. In de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw oefenden zeker een tiental notarissen, vaak zelfs zeer langdurig, deze dubbelfunctie uit. Ten stadhuize zag men maar al te goed de voordelen van deze beroepscom binatie. Niet altijd vormde het geldelijk gewin de enige reden.18' De veelzijdige Dirck Volckertsz. Coornhert, die eerder reeds als dich ter, vertaler, graficus en drukker furore had gemaakt, is wellicht de bekendste Haarlemse stadssecretaris uit deze periode geweest. De van huis uit katholieke Coornhert ontving zijn opleiding van notaris en gees telijke Henric Quirijnsz. Talesius. Op 13 november 1561 verscheen hij voor het Hof van Holland in 's-Gravenhage om de eed af te leggen, zodat hij kon worden geadmitteerd (toegelaten). Bijna tegelijkertijd legde hij op 15 januari 1562 de eed af als stadssecretaris. Op de secretarie volgde hij in 1564 zijn collega-notaris en vriend Jan Aelbrechtsz. Raat op als secretaris van de burgemeesters. Als zodanig was hij nauw betrokken bij de politie ke koers van het stadsbestuur en ontmoette hij reeds in 1565 Prins Willem van Oranje. Coornhert bekleedde ook op andere wijze in die turbulente periode een prominente rol en wel in de kleine Haarlemse kring van humanis tisch georiënteerde schrijvers. Zijn woning en notariskantoor was in de Jansstraat naast het Caecilia-convent gelegen, dat om die reden de beel denstorm had overleefd. De komst van de hertog van Alva deed hem als stadssecretaris in onderhandeling treden met de protestanten, waardoor hij in 1567 in de Haagse Gevangenpoort belandde en voor de Bloedraad moest verschij nen. Om in zijn levensonderhoud te voorzien tussen perioden van bal lingschap wijdde hij zich tot 1584 noodzakelijkerwijze aan het notariaat in Haarlem. Een van Coornherts laatste daden als notaris vormde het door hem geschreven rekest van de Haarlemse katholieken om herstel van hun godsdienstvrijheid, waarvoor hij door de Staten van Holland en West-Friesland ter verantwoording werd geroepen.19' HENRI SPIJKERMAN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2001 | | pagina 129