Bella van Tussenbroek-Naeff 5 november 1898-24 maart 2001 Op 24 maart 2001 overleed Bella van Tussenbroek, 102 jaar oud en tot aan de laatste dag nog volop levend, levendig. Ze was een van de weinigen, die kon zeggen: ik heb in drie eeuwen geleefd. Op de vierentwintigste maart moet de natuur rond het huis van Bella even de adem ingehouden hebben. Elk jaar wachtte ze in de tuin van haar huis in de Haarlemse Louise de Colignylaan op de komst van de eer- -180- ste sneeuwklokjes, die het nieuwe seizoen voor haar inluidden. Dan was de tijd van het buiten genieten weer aangebroken. Dan kon het okergele bankje zijn diensten weer aanbieden aan Bella. Daar ook ontving ze - als het mooi weer was - haar oude, maar ook jonge gasten, want ze omring de zich graag met vrienden en vriendinnen van alle leeftijden. Dat hield haar fris en bij de tijd, zei ze altijd. Onder haar vrienden telde ze veel kunstenaars. Ze stimuleerde ze op allerlei manieren. Bella had enkele weken voor haar overlijden nog op het bankje geze ten, op een plotselinge warme dag in februari, bij de eerste blauwe druif jes, die uit de wintergrond opdoken. Ze was een liefhebster van mooie dingen, in de natuur, maar ook uitdrukkelijk in de kunst. Ze bezat een schat aan schilderijen en beeldhouwwerken. Met haar man, de hbs- docent en ingenieur Marinus van Tussenbroek, die al in de jaren zestig overleed, verzamelde ze kunst. En dan kunst die ze echt mooi en de moeite waard vond. Het bleek al snel dat Bella en haar man een natuurtalent hadden voor het ver zamelen daarvan. Haar huis was een klein mu seum, met werk van onder ande ren Raedeker, Mari Andriessen, Charlotte van Pallandt en Per- meke. Met name de grote teke ning van Permeke boven de trap was imposant. Ze had die in Am sterdam voor de oorlog gekocht van de Belgische schilder zelf. Ze trof hem in een galerie, raakte in gesprek en kwam in de ban van de tekening. Herman Kruyder was ook een favoriet van Bella. Daar had ze mooie museale stuk- Haerlem Jaarboek 2001

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2001 | | pagina 180