zoon [van] Frank van den Burch, broer van Beatrix, en Anna Petronella
Henriette Pauw, zuster van Jan Willem en dus zijn neveu. Jan Louis van
den Burch, was dus de kleinzoon van Mevrouw van den Burch geb.
Röell; hij was geboren in 1811 en stierf in 1883.
Mevrouw van den Burch, geb Röell geb. Utrecht 19 Jan. 1758 gest. te
Bloemendaal 15 februari 1832 kan zeer goed te Woestduin, dat onder die
gemeente lag, gestorven zijn. Ik acht het niet onmogelijk dat toen de bui
tenplaats in 1832 zonder bewoonster werd, zij door Papa gehuurd is op
aanraden van Grootpapa, die het aangenaam vond in den zomer Papa in
de buurt te hebben, te meer daar Leyduin in 1830 door Tante Antje van -39-
Tante Gonne van Orsoy, mijn peettante, geërfd was.
Woestduin werd, na het vertrek van mijn ouders verkocht aan den
Heer Crommelin van Haarlem, vader van de echtgenoote van mijn cou
sin germain55' den Vice Admiraal Jhr. J. Röell. De koopsom is mij niet
bekend maar na den dood van den Heer Crommelin werd het in 1875
gekocht door Jhr. Volleert Barnaard voor, ik meen j 60000,-. Hij liet het
overtollige hout wegkappen en na zijn dood kwam het in het bezit van
zijn eenigst kind Anna, die later huwde met Jhr. Lukas Boreel. Zij ver
huurde het aan Jhr. Willem Hartsen bij wien ik herhaald in den vinken-
tijd logeerde en die zoowel het groote huis als de buitenplaats zeer ver
fraaide. Het kleine huis was na ons vertrek bewoond door den Heer
D'Ablaing van Giessenburg en daarna is het verhuurd aan arbeiders. De
boomgaard was geheel vervallen. Na het vertrek van Hartsen heeft Jhr.
Boreel van het huis een Hotel gemaakt en schande genoeg! het prachtige
Woestduin bedorven door er wedrennen te laten loopen en het verlaagd
tot een oord waar de mindere man zijn geld verwedt!58'
In 1845 kwam ik op het kantoor van den Heer J.I. Carp, die onder de
firma Carp Cie. eene bloeiende zaak had in koffie, suiker en Zuidzee
traan en groote zaken in die artikelen deed met Engeland, Duitschland
Scandinavië. De procuratiehouder heette Pannekoek, de boekhouder J.
Pietersen Rems, die tegelijk makelaar in effecten was, de 2de boekhouder
Reesse, de duitsche correspondent Morjan, later chef van Schutte
Morjan en Tjark Eyken Sluyters als copiïst. Die Heeren zijn allen overle
den. Ik was 2e copiïst en jongste bediende zonder salaris met 25 met
Nieuw jaar. Ik was belast met het kopieeren van brieven, verkoop Reke
ningen facturen in daarvoor bestemde kopieboeken, het ter accept
brengen en incasseeren van wissels, het maken van zakjes voor monsters
van koffie, het doen van boodschappen, het koffie en thee schenken en
halen van taartjes voor de bedienden en eindelijk het opsteken van de
olielampen, want er werd nog geen gas gebrand. De schoonmaakster
veegde het kantoor en maakte de lampen schoon. De werkzaamheden
CHRISTIAAN VAN LENNEP