let's have a drink' die ik nooit afsloeg want het was in die maand snik
heet; dan gingen wij de eerste de beste tavern in en werd ik vergast op
een ijskouden sherry cobler8t», mint jullip'0', brandy soda of claret cup, die
heerlijk smaakte. Gorter had mij in zijn club geïntroduceerd, waar ik de
liefhebbers o.a. een Generaal op het biljart klopte. De ochtenden bracht
ik door in de Reading Rooms, waar ik zoowel de Noordelijke als de
Zuidelijke couranten bestudeerde om mij eenigzints van den politieken
toestand op de hoogte te stellen want als men daarin een volslagen
vreemdeling is dan kan men aan de conversatie geen deelnemen, want
mannen en vrouwen praten over politiek tot zelfs straatjongens, die
handgemeen worden als zij het met elkander niet eens zijn. Ik raakte zoo
doende vrij goed op de hoogte van de topics of the day en was ook ten
gevolge van den omgang met Zuidelijken tegen de noordelijken en vond
buitendien de personen uit de Zuidelijke Staten met wie ik in aanraking
kwam veel aantrekkelijker dan de bewoners van New York. Baltimore is
een beeldige stad en hare ligging aan de Chesapeak bekoorlijk. Buiten
dien is zij beroemd om haar mooie vrouwen. Wij waren geheel ingepalmd
door den omgang met jonge meisjes, die zoo geheel anders was als de stij
ve conversatie in Amsterdam. Als wij visites maakten dan werd aan de
bediende gevraagd of de meisjes te huis waren, maar nooit naar de
mama's die ook nooit te voorschijn kwamen. Wij gingen ook met
Arabella en Rebecca wandelen, visites maken bij haar vriendinnen, naar
den banketbakker en 's avonds voeren wij vaak op de Chesapeak met
andere jonge lieden. Wij hadden een dolle pret en Rebecca Williams en
ik werden beste maatjes.
Bailor kwam ons uit Washington bezoeken en hij liet mij zien dat hij
in de Southern couranten als leading articles lange stukken met den titel
van Direct trade geschreven had. Ik ging met Bailor eenige malen naar
Washington en zag daar het Presidents House, waarvan men door een
lange rechte laan op het congres gebouw ziet dat met zijn mooie breede
trappen een grootsch geheel vormt. Ik hoorde van die trappen de vol
gende aardigheid die wat schuin is. Toen Mrs Madison, de beeldschoone
vrouw van den president der V.S. eens op de trappen van het Congress
gebouw stond, keek de Engelsche ambassadeur in haar prachtigen boe
zem, waarop zij hem vroeg 'what are you looking at?' en toen hij haar
antwoordde 'I am looking down the Avenue Madame', hernam zij zeer
gevat 'if you had looked a little further, my Lord, you would have seen
the President's house'.
Ik hoorde nog een ander aardig verhaal over twee negers. Toen de een
vader geworden was liet hij aan een vriend raden of hij een zoon of eene
dochter gekregen had. 'I guess it is a girl,' was het antwoord. 'No, it is not,
Haerlem Jaarboek 2001