Wonen aan de zelfkant
van Haarlem
Bouw en opbouw van de Harmenjanswijk
Met de sloop van de Harmenjanswijk kwam er een definitief eind aan een —105—
uniek Haarlems project van woonscholen. Het buurtje was namelijk
sinds zijn ontstaan de opvangplaats voor bewoners die vanwege hun
gedrag of vanwege hun inkomen door woningbouwverenigingen of ande
re verhuurders werden geweerd. Vanaf het begin van de jaren vijftig pro
beerde de overheid deze bewoners op te voeden tot nette burgers. Het
werd een nationaal en internationaal voorbeeldproject, een grootschalig
sociaal laboratorium en sanatorium. Buitenlandse wetenschappers kwa
men er poolshoogte nemen, terwijl angstvallig werd geprobeerd het buur
tje en het er uitgevoerde maatschappelijk werk uit de publiciteit te hou
den. Uiteindelijk luidde het wijkje, samen met een later gebouwd maar al
in de jaren tachtig gesloopt satellietbuurtje in Parkwijk, het einde van de
nationale onmaatschappelijkheidsbestrijding in.
Woningnood en noodwoningen
De Harmenjanswijk, ook bekend onder de namen Thorbeckekwartier, de
Driehoek en de Beits, werd tussen 1930 en 1947 gebouwd, nog niet als
woonschool, maar wel bedoeld voor bewoners die als problematische
huurders werden gezien. Het was een laat gevolg van volkshuisvestings
problemen die hun oorsprong vonden gedurende de Eerste Wereld
oorlog. De geschiedenis van het wijkje gaat daarom terug naar die perio
de.
De Woningwet, die in 1901 in werking trad, maakte het gemeenten
mogelijk om te bouwen voor arme inwoners. Veel gemeenten, waaronder
Haarlem, vonden echter, dat het particulier initiatief voor huisvesting
moest zorgen, en deden op dit punt niets. Voor 'nette arbeiders' werd,
ook al voor 1900, gebouwd door bouwmaatschappijen en woningbouw
verenigingen. Wie niet in hun complexen konden worden toegelaten
(voor hen werd de term 'ontoelaatbaren' bedacht), vonden tot de Eerste
Wereldoorlog woonruimte in de oude binnenstad, waar heel wat krotten
stonden.
THEO KENTIE