woningen alle houtwerk. In een noodwoningendorp in Rotterdam had
den de bewoners hetzelfde gedaan. Het was voor het tijdelijk gezag in de
periode direct na de bevrijding het ultieme bewijs van hun asocialiteit. De
Rotterdammers werden in hoog tempo door hun Canadese bevrijders
afgevoerd naar Drentse werkkampen, voordat deze opgeëist konden wor
den voor de internering van NSB'ers. Ze verbleven tot in de jaren zestig in
deze gezinskampen.
De bewoners van het Haarlemse wijkje mochten blijven, maar moes
ten de door hen aangerichte schade wel vergoeden. Na de oorlog werd
vastgesteld dat de bewoners tijdens de oorlogsjaren ook heel wat gegapt
hadden en niet alleen van de Duitsers. Sommige hadden zich bezig ge
houden met zwarte handel of met de Duitsers samengewerkt. Deze over
levingsstrategieën van de armste Haarlemmers werden zo direct na de
oorlog niet erg gewaardeerd.
In maart 1946 kwamen de door de Duitse inval niet uitgevoerde plan
nen voor uitbreiding van het wijkje weer op tafel. Ondanks ernstige
Overzichtsfoto van de Harmenjanswijk gezien vanaf de grote gashouder, 1935.
(coll. Kennemer Atlas)
THEO KENTIE