voor ongeveer de helft voldoende zijn. De overige gezinnen zouden het
best in oude wijken opgevangen kunnen worden, terwijl de te verbeteren
gevallen eerst in een 'revalidatiewijkje' behandeld moesten worden. Door
de oplevering van Parkwijk kwam daarvoor in de Harmenjanswijk plaats.
Bovendien werd de bouw van een nieuw complex in Schalkwijk gepland.
De nationale bezorgdheid om het onmaatschappelijkheidsprobleem
was alleen maar toegenomen. Omstreeks i960, toen het werk in de
Drentse gezinsoorden (waarheen de Rotterdamse bombardementsslacht
offers waren afgevoerd) mislukt was, besloot de regering zes bijzondere
-134- projecten extra te subsidiëren. Ook Parkwijk werd uitgekozen.
De oplevering van Parkwijk betekende dat in de Harmenjanswijk
gezinnen geselecteerd moesten worden voor verhuizing naar het nieuwe
complex. In de rest van Haarlem moesten gezinnen gevonden worden die
voldeden aan de criteria voor huisvesting in de Harmenjanswijk. De
Stichting riep hiervoor een selectiecommissie in het leven met daarin
onder andere een psycholoog en een socioloog, en nam een 'selectie
maatschappelijk werker' in dienst. De bewoners werden in vijf catego
rieën ingedeeld: bedreigde, verpauperde, onvolwaardige gezinnen, gezin
nen met karaktermoeilijkheden of een agressieve houding tegenover de
samenleving en pathologisch gestoorde gezinnen. Voor beide wijkjes
werd een verdeelsleutel gemaakt.
Al gauw bleek deze indeling onvoldoende. Ook de revalidatiemoge-
lijkheden en de kans dat een gezin de omgeving zou beïnvloeden, moes
ten meetellen. Daarom werd een vijftal variabelen toegevoegd, waarop
een gezin met een getal tussen 1 en 5 kon scoren. Het ging om zaken als
de ernst van de problematiek en het behandelperspectief. Ieder commis
sielid noteerde zijn cijfers, waarna het gemiddelde werd genomen. De
eindcijfers maakten uit, waar een gezin kwam te wonen.
In dit proces steeg het aantal personeelsleden en adviseurs van de
stichting aanzienlijk. Het team in Parkwijk bestond uiteindelijk uit vijf
tien personeelsleden, op het stafbureau werkten zeven mensen, in de
Harmenjanswijk minstens zestien. Daarnaast verleenden vele vrijwilli
gers en stagiaires hun diensten, terwijl diverse adviescommissies werden
bevolkt door psychiaters, artsen, pedagogen, sociologen en ambtenaren.
Een heel leger was in stelling gebracht tegen de Haarlemse onmaat-
schappelijken. Dat leger struikelde uiteindelijk over zijn eigen offensief.
Het eerste verslag
In 1965 publiceerde de Stichting het Eerste verslag over ervaringen en ont
wikkelingen in Bijzonder Projekt 'Parkwijk'. Volgens toenmalig directeur
Haerlem Jaarboek 2002