Een andere bewoner zag de maatschappelijk werksters als verlengstuk
van de gevestigde orde: '...de verraders van de buurt, het was de rechter
hand van de politie.' Toch wist men zich ook nog wel te herinneren dat
ze bemiddelden bij de sociale dienst of de huisbaas.
Tot het eind van haar bestaan bleef het buurtje zijn stigma behouden. 'De
Beits' was een buurt, waar volgens buitenstaanders niemand veilig was.
Peuterleidster V. herinnerde zich in 1988, wat kennissen tegen haar zei
den toen ze jaren eerder in de buurt kon gaan werken: 'Een lekker zooi
tje. Daar word je met eieren en rotte tomaten bekogeld.' Maar toen ze
-138- poolshoogte ging nemen, gebeurde er niets. Politici waarschuwden elkaar
als ze naar een wijkraadsvergadering moesten: 'Ben je niet bang?' Een
wethouder die ernaar toe moest vroeg om politiebescherming.
Of zoals een andere buitenstaander concludeerde: 'Thorbecke is in de
geschiedenis een groot man, maar voor Haarlem betekende die naam een
afgang. Als de naam "Thorbecke" viel, wist iedereen waar hij aan toe was:
dat is de moord- en brandbuurt. Daar moet je niet komen.'
Het al dan niet verdiende stigma vormde voor bewoners vaak een
obstakel bij het vinden van een huis buiten de buurt, werk of een partner.
'Als je uit de Beits kwam, dan moest de baas twee keer nadenken voor
dat hij je aannam.'
'Als iemand een vriendje [van "buiten"] had, die mochten ze niet
meenemen naar huis. Die moest afgevreën worden bij de Prinsen-
brug. Dan zei zij: "Mijn vader staat te wachten," en dan rende ze
snel weg, want hij mocht niet weten waar ze woonde.'
Een voormalig raadslid werd eens gebeld door een psychiater van een
bewoner: 'Die man zat echt stuk. Hij [de psychiater] vond, dat het pro
bleem van deze man te maken had met het wonen in die buurt, en vroeg
me of ik niet wat kon regelen.'
Buitenstaanders vonden vijftien jaar geleden dat het stigma groten
deels verdwenen was, maar de toenmalige bewoners wisten wel beter.
Ieder incident in de buurt werd naar hun mening extra breed uitgemeten
in de pers.
De pers werd ook gehaald, begin november 2001, toen de sloop was
begonnen. Nog één keer wist de wijk als 'brandbuurt' in het nieuws te
komen. De sloop moest versneld worden, omdat al leeggekomen huizen
door nog niet vertrokken bewoners in de fik werden gestoken. Twee
nachten lang brandde het in de Harmenjansbuurt.
Haerlem Jaarboek 2002